ROMAN. Gek genoeg hebben Nederlandse romans over een rotjeugd in een volksbuurt allemaal dezelfde ingrediënten. Zo ook Alleen met de goden, de achtste roman van Alex Boogers.
In veel van Boogers' boeken komen elementen terug uit zijn jeugd, die hij doorbracht in 'het naamloze gat' oftewel Vlaardingen, met een gewelddadige moeder, een afwezige vader, een algehele uitzichtloosheid. Ook nu vormt dat arme milieu de achtergrond.
We lezen over de jeugd van Aaron Bachman - Boogers' alter ego, mag je zeggen-"'voor een dubbeltje geboren", zoals zijn moeder graag herhaalt. Wanneer hij 11 jaar is, slaat zijn vader een man dood en belandt in de gevangenis. Gaandeweg ontdekt Aaron de ware toedracht van die daad. Hij lummelt ondertussen op straat, belandt in gevechten, doet het slecht op school. Liefst wil hij de demonen van zich afschrijven, maar hij gelooft niet in zichzelf, omdat niemand in hem gelooft. "Er is altijd gezeik", zei Gerald. "Waar je ook gaat." Waarvan akte.
Het is Boogers' dikste boek, ruim vijfhonderd pagina's. De eerste helft moet Aarons moeilijke jeugd schetsen, maar lijdt onder de herkenbaarheid. De schok is er niet meer voor de lez…Lees verder
In veel van Boogers' boeken komen elementen terug uit zijn jeugd, die hij doorbracht in 'het naamloze gat' oftewel Vlaardingen, met een gewelddadige moeder, een afwezige vader, een algehele uitzichtloosheid. Ook nu vormt dat arme milieu de achtergrond.
We lezen over de jeugd van Aaron Bachman - Boogers' alter ego, mag je zeggen-"'voor een dubbeltje geboren", zoals zijn moeder graag herhaalt. Wanneer hij 11 jaar is, slaat zijn vader een man dood en belandt in de gevangenis. Gaandeweg ontdekt Aaron de ware toedracht van die daad. Hij lummelt ondertussen op straat, belandt in gevechten, doet het slecht op school. Liefst wil hij de demonen van zich afschrijven, maar hij gelooft niet in zichzelf, omdat niemand in hem gelooft. "Er is altijd gezeik", zei Gerald. "Waar je ook gaat." Waarvan akte.
Het is Boogers' dikste boek, ruim vijfhonderd pagina's. De eerste helft moet Aarons moeilijke jeugd schetsen, maar lijdt onder de herkenbaarheid. De schok is er niet meer voor de lezer: behalve Boogers' eerdere werk kennen we de ellende van auteurs als Philip Snijder en Arie Storm, die in soortgelijke milieus opgroeiden en ook de schrijver als gevoelige buitenstaander in een harde wereld tonen.
Boogers doet ook niets interessants met stijl, hij gaat voor een 'no bullshit'-directheid die de sentimentaliteit niet schuwt. Aaron noemt zijn vader 'papa Leeuw', de zoon is 'tijgerwelp'. De jongen raakt bevriend met een mishandelde pitbull, en dat staat garant voor enkele weeïge scenes. "'Ik geef niet op', fluisterde ik tegen hem. Hij spitste zijn oren en keek me met een scheve kop aan. Hij leek aan mijn woorden te twijfelen."
Maar wanneer Aaron kwaad genoeg is geworden en hij zich aanmeldt bij een kickboksschool, de klassieke overgangsrite van een coming-of-ageroman, krijgt het boek een hevige intensiteit. Aaron wil vechten, maar nog liever schrijven.
Vanaf dan voel je hoe het schrijven overleven is, voor Aaron en voor Boogers. Dan blijkt dat die simpelheid niet anders had gekund. De vraag of je schrijver kunt zijn als je tussen vrachtwagenchauffeurs bent opgegroeid, wordt van levensbelang. De omvang van deze roman is een statement: elk woord is bevochten.
PERSIS BEKKERING ■
Verberg tekst