Besprekingen
De houdgreep van het verleden
Met haar boek De verovering van de vrijheid ontpopte filosofe Alicja Gescinska (°1981) zich als een van de toonaangevende denkers van de Lage Landen. Bij haar betoog voor 'positieve vrijheid' putte ze rijkelijk uit haar ervaringen als asielzoeker, toen ze op haar zevende met haar familie uit Warschau naar België verhuisde. Maar Gescinska maakte ook naam als opiniemaker en columniste. Sinds 2014 gaat haar academische carrière nog crescendo. Ze is werkzaam aan Amherst College in de VS, terwijl ze ook aan Princeton doceerde.
Nu waagt Gescinska zich aan een debuutroman waarin de academische wereld een belangrijke biotoop is. Een soort van liefde vertelt 'over een moeilijke liefde tussen vader en dochter, en van een onverhoedse liefde tussen een oudere professor en een jonge studente'. Liggen de clichés op de loer?
Gescinska laat met veel omhaal van woorden twee plotlijnen met elkaar interfereren. Herinneringen en reminiscentie…Lees verder
Liefde is een wenswoord
Hoewel Een soort van liefde Alicja Gescinska's debuutroman is, is ze geen onbekende. De filosofe brak niet enkel door in academische kringen, maar sprak ook een breed publiek aan met haar essayboek De verovering van de vrijheid: van luie mensen, de dingen die voorbijgaan. Als kind van politieke vluchtelingen uit het communistische Polen ondervond ze zelf de polarisering van die vrijheid. Gescinska onderscheidt namelijk twee vormen: een positieve en een negatieve soort. Té veel mogelijkheden werken luiheid en uitstelgedrag in de hand. Het komt erop aan om obstakels en beperkingen in te zetten als bakens op weg naar een positieve vrijheid.
Hoewel vrijheid er een bijrol krijgt, wordt in Een soort van liefde vooral verleden veroverd. De jonge psychologe Elisabeth verliest haar vader. Close waren ze al jaren niet meer - een combinatie van de scheiding van haar ouders en het afstandelijke karakter van haar erudiete vader - maar het af…Lees verder
EEN SOORT VAN LIEFDE
Dankzij een studiebeurs mag de Leuvense Anna een jaartje aan de universiteit van Massachusetts gaan studeren. Daar wil ze bewust de liefde op afstand houden: geen verbintenissen, enkel plezier. Dat verandert wanneer ze Bernard ontmoet, die haar meetroont naar een intellectueel praatclubje dat geleid wordt door de enigmatische professor Vernon. Een jonge studente, een oudere en vanzelfsprekend getrouwde professor: soms laat de liefde zich enkel in clichés vatten. Parallel aan het noodlottige verhaal ruimt Elisabeth de kamers van haar overleden vader op. Waarom heeft hij haar en zijn gezin in de steek gelaten?
Debutante en filosofe Gescinska schuwt het grote gebaar niet in deze doorsneeroman. Sterfbedbekentenissen, vurige liefdeswanhoop en de truc met het kleine toeval: je hebt het overal elders al gelezen, en beter. Keurig geschreven, dat wel, maar ook dodelijk steriel.
(R.S.) ■