In De Delftse methode voor docenten legt Alied Blom stapsgewijs uit hoe je als lesgever aan de slag gaat met deze NT2-methode. Een les volgens de Delftse methode bestaat vooral uit gesprekjes tussen de docent en de cursist. Bedoeling is dat de cursist de teksten van elke les op voorhand grondig leest, begrijpt en inoefent (dit neemt zo’n twee à drie uren per tekst in beslag). De cursist bereidt elke les eerst thuis voor aan de hand van een cd of cd-rom en de teksten. De docent, die vanaf de eerste les alleen maar Nederlands praat, engageert zich ertoe enkel die woorden en zinnen te gebruiken die ook effectief aan bod kwamen in de voorbereidende tekst. Aan de hand van 69 veelgestelde vragen wordt de methode gedetailleerd toegelicht en er worden verschillende scenario’s voorgesteld die de werking van de methode illustreren (ook de mislukte trouwens, wanneer de docent of de cursist zich niet voldoende of foutief voorbereidde). In eerste instantie ziet de docent af van correcties omdat eerst de spreekangst weggenomen moet worden.
De toon in dit boek is hier en daar wat betuttelend en belerend, zeker als je weet dat het hier over volwassenenonderwijs. Bijvoorbeeld: ‘Controleert u even of ze de tekst in hun boeken niet volgekriebeld hebben met vertalingen? De betekenis van de woorden moet in hun hoofden terecht komen, niet in hun boeken’. Maar ook de docent moet eraan geloven: ‘Let u op: “aanbieding” staat niet in de tekst, en “duur” komt pas in tekst 11! “Gratis” in oefening A is nog niet vertaald, ook “kunnen” wordt pas in tekst 7 vertaald.’. De methode vergt met andere woorden een strikte voorbereiding en discipline van zowel docent als cursist en komt daardoor nogal star over, want er is weinig tot geen ruimte voor interpretatie of spontane interactie. Op www.delftsemethode.nl/docenten vind je dankzij een code uit het boek extra’s die je kan downloaden, namelijk een verkorte versie van de methode, de lesuitwerkingen van de lessen 11 tot 43, extra gespreksonderwerpen en het document ‘Hoe deel ik mijn lessen in’. In het boek zelf worden de eerste tien lessen Nederlands vreemde taal voor absolute beginners aangeboden. De overige 33 lessen vind je terug op de website. [Rebecca Pers]

Een docentenhandleiding voor docenten in het NT2-onderwijs die (juist gaan) werken met de beginnerscursus Nederlands voor buitenlanders van de Delftse methode. Deze methode is bedoeld voor hoger opgeleiden en focust vooral op woordenschatverwerving en spreek- en luistervaardigheid. De grammatica wordt aan de hand van de teksten uitgelegd. In deze handleiding krijgt de docent tips en uitleg over hoe de eerste tien lessen van de cursus het meest succes gegeven kunnen worden, aan de hand van een groot aantal scenario's en uitgeschreven voorbeelddialogen van hoe een cursist zou kunnen reageren en wat de docent dat wel of niet moet doen. Ook worden er aanbevelingen gegeven over andere werkvormen, een lesplan en toetsen. Het tweede deel van het boek is een handleiding aan de hand van 69 vragen (en antwoorden) zoals: is een docent per groep het beste? Of hoe groot is de studielast? Achterin een aantal appendices met huiswerkschema's en lesbeoordelingen. Een nuttig en handig boek voor zowel beginnende als ervaren docenten die met de Delftse methode werken.