Het is twee dagen na Kerstmis, en Ann-Helén Laestadius wordt zachtjes aangetikt door enkele rendieren. We hebben de gezellige keuken van haar ouders, in het hoge noorden van Zweden, verlaten en zijn naar de kraal gereden waar haar neef 's winters zijn kudde houdt. Het is de ideale plek voor een fotosessie, maar eerst moet ze de dieren helpen voederen. Terwijl ze halfbevroren plukjes korstmos uit een zak pulkt, verdringen de ongeduldige, hongerige rendieren haar. Een prikt haar met de punt van zijn gewei. Een pijnlijke stoot, maar Laestadius geeft geen krimp. "Voor ons, Sami, zijn rendieren niet zomaar dieren", zegt ze. "Ze zijn het leven."
Die les staat centraal in haar roman Slechts een diefstal, een Zweedse bestseller die net in het Nederlands verscheen. De Sami-personages in het boek beschouwen het doden van hun rendieren als een misdaad, niet tegen hun eigendom, maar tegen hun volk als geheel. En dankzij het succes van het boek is het ook een les die de Zweden, die de Sami lang hebben onderdrukt, misschien eindelijk leren.
Er zijn ongeveer 80.000 Sami. Het inheemse volk woont in een uitgestrekt gebied dat zich uitstrekt over de Arctische gebieden van Noorwegen, Zweden, Finland en het Russische Kola-schiereiland. Eeuwenlang zijn hun taal en cultuur met geweld onderdrukt door nationale regeringen, die ook hun land afnamen en industrieën ontwikkelden die een bedreiging vormden voor hun leefgebied.
Tot op de dag van vandaag voeren de Sami een juridische en politieke strijd om hun land te beschermen tegen de ontginning van mineralen en hout, en hun kuddes te beschermen tegen energieprojecten. En Scandinavische landen mogen dan vaak als stichtende en progressieve voorbeelden worden genoemd voor andere Europese landen, vele Sami getuigen dat ze regelmatig slachtoffer zijn van discriminatie en racisme. Hun rendieren zouden dan weer vaak het mikpunt zijn van geweld.
Een voorbeeld: nadat het Zweedse hooggerechtshof in 2020 de Sami de exclusieve jacht- en visrechten had toegekend in het gebied van Girjas Sameby, vlak bij de Noorse grens, merkten ze dat er nog meer rendieren werden gedood. Volgens de Sami ging het om een duidelijke wraakactie van verongelijkte, lokale Zweden, kwaad dat ze hun jachtrechten kwijtraakten aan een volk dat ze verguisden. "Ze doden onze rendieren", vertelt Laestadius, "omdat ze ons niet kunnen doden."
De schrijfster heeft een Sami-moeder en een vader die Tornedaliër is, een andere etnische minderheid in Zweden. Ze groeide op buiten Kiruna, een mijnstad 200 kilometer ten noorden van de poolcirkel. Al vroeg in haar leven begon ze zich te schamen voor haar identiteit, zegt ze. Haar moeder sprak Sami met haar ouders en buren, maar schakelde over op Zweeds als ze naar de stad ging. "Daardoor begon ik automatisch te denken dat er iets mis mee was. Met onze taal, en met ons. Dat we fout waren."
Dat gevoel werd sterker toen ze naar school ging, en daar gepest werd door de andere, niet-Sami-kinderen. "Ik besefte dat ik moest zwijgen over wie ik was."
Rendiermoorden
Als twintiger verhuisde Laestadius naar Stockholm, waar ze als misdaadverslaggeefster aan de slag ging voor verschillende Zweedse kranten. Als journalist en als jeugdboekenschrijfster begon ze te reflecteren over haar roots en de wereld waarin ze was opgegroeid. Het hoofdpersonage van haar eerste boek, dat in 2007 verscheen, was een 13-jarig meisje dat in het geheim de Sami-taal bestudeert.
Slechts een diefstal, haar eerste roman voor volwassenen, begint ook met een jong Sami-meisje. Elsa is 9 jaar oud als ze getuige is van de kwaadaardige moord op haar rendierkalf. Terwijl ze opgroeit, verandert het trauma over dat moment, samen met andere wreedheden - verstoting op school, de zelfmoord van een vriendin, een politiemacht die de aanhoudende rendiermoorden niet kan of wil onderzoeken - in woede.
Laestadius liep zeven jaar rond met het idee voor deze roman, zegt ze. Dat het zo lang duurde voor ze het verhaal op papier zette, had veel te maken met angst. Ze was bang dat ze niet het recht had om de verhalen van rendierherders te vertellen, omdat ze zelf niet uit een herdersfamilie komt. Maar na de zelfdoding van haar twee jonge neven vond ze dat ze er niet langer omheen kon schrijven. Ze moest de gevolgen van hun opgedrongen minderwaardigheid vastleggen.
"Zelfdoding is iets wat helaas in elke Sami-familie voorkomt", zegt Laestadius. "Ik wilde dat de buitenwereld weet: dit is wat er gebeurt als je mensen zo behandelt, als ze zoveel haat over zich heen krijgen." Toen ze voor haar boek met herders begon te praten, voelde ze meteen hoe noodzakelijk en dringend dit verhaal was. "Iedereen vertelde hetzelfde relaas. Ik kon hun verdriet en wanhoop voelen."
Het moment dat haar over de streep trok, was toen een jonge herder haar een stapel documenten gaf: kopieën van honderd meldingen van rendiermoorden die bij de politie waren ingediend zonder dat er arrestaties waren verricht. Toen had Laestadius er genoeg van: "Ik heb dit boek met veel woede geschreven."
Maar de roman getuigt ook van een gevoeligheid en inzicht in de kleine dingen die het Sami-leven zo uniek maken. Van de trots die Elsa voelt in haar gákti - een traditionele Sami-jurk - tot de gênante manier waarop toeristen haar en haar jurk aangapen. Slechts een diefstal belicht een cultuur die velen in Zweden lang hebben genegeerd of verguisd. Het boek bulkt van de Sami-termen - een bewuste strategie om de schaamte te overwinnen die haar eigen moeder ervan weerhield haar de taal te leren. "Ik vind het zo triest dat ik geen Sami spreek", zeg Laestadius. "Daarom vond ik het nog belangrijker om de taal in mijn boeken op te nemen."
Hoewel het boek fictie is, herkennen sommige Sami het als een spiegel van hun dagelijkse realiteit, inclusief de rendiermoorden. Diverse Sami-organisaties strijden er vandaag voor om ze als haatmisdrijven te laten classificeren.
Sami-internaten
Slechts een diefstal werd in 2021 in Zweden door lezers verkozen tot boek van het jaar. Het dient momenteel ook als scenario voor een Netflixfilm. Laestadius maakt nu deel uit van een grote gemeenschap van Sami-kunstenaars, -muzikanten en -schrijvers, die met hun werk een politieke boodschap willen uitdragen. De afgelopen jaren kregen een aantal van hen eindelijk de aandacht en waardering in Scandinavië die ze verdienen. Zo won de film Sámi Blood van regisseur Amanda Kernell de hoofdprijs op het filmfestival van Göteborg in 2017. Het ontroerende kunstwerk Pile O'Sápmi van kunstenares Maret Anne Sara staat nu aan de ingang van het onlangs geopende Noorse Nationale Museum in Oslo. En het Noordse paviljoen op de Biënnale van Venetië van 2022 was volledig gewijd aan Sami-kunstenaars.
Hoewel de Zweedse kerk zich heeft verontschuldigd voor haar rol in de onderdrukking van de Sami - onder meer door toezicht te houden op internaten waar Sami-kinderen onder dwang werden geassimileerd - heeft de Zweedse regering dat niet gedaan.
Al begint er stilaan iets te veranderen. In december stemde de Zweedse regering ermee in om de stoffelijke overschotten van achttien Sami die in het begin van de 20e eeuw waren gebruikt voor - nu in diskrediet gebracht - rassenonderzoek, terug te geven voor begraving. De overheid heeft ook beloofd om na te gaan hoe Sami-artefacten die momenteel in Zweedse musea worden bewaard terug kunnen gegeven worden.
Hier en daar lijkt het besef te groeien dat Zweden verantwoordelijk is voor de behandeling van de Sami. In een lovende recensie van Slechts een diefstal voor de Zweedse krant Expressen schreef cultuurredacteur Gunilla Brodrej dat ze zich schaamde dat ze ooit een televisieserie die het racisme van de Sami in beeld bracht, als onrealistisch afdeed. "Op school leerde ik, en zelfs mijn kinderen vandaag nog, dat Zweden alles heel goed geregeld had voor de Sami. Maar als je een boek als dit leest, besef je dat het een veel donkerder verhaal is dan we ooit hebben geleerd."
Ook Laestadius ziet een effect. Regionale kranten besteden vaker aandacht aan de rendiermoorden, net als de lokale politie. "Meestal komt de politie nooit", zegt ze met een wrange grijns. "Maar toen er afgelopen zomer een rendier werd gedood in een klein dorp, stuurden ze een helikopter."
Al blijft de woede wel, zegt ze, en ze heeft nog meer te onthullen. In februari komt haar nieuwste roman uit in Zweden. Het boek beschrijft de wrede omstandigheden in de internaten waar Sami-kinderen naartoe werden gestuurd, en is gebaseerd op de ervaringen van haar moeder.
"Nu hebben we de kans en de macht om ons verhaal te doen", zegt ze. "Dus het is aan ons om het te vertellen."
Cargo, 400 p., 24,99 euro.
Verberg tekst