Met uitzondering van Julius Caesar spreekt geen Romein zo tot de verbeelding als keizer Augustus (63 v.Chr.-14 n.Chr.), de geadopteerde zoon van Caesar en diens erfgenaam. Deze biografie is min of meer in twee delen onderverdeeld. Eerst volgen we hoe een jongeman van nog geen twintig jaar er in ongeveer vijftien jaar in slaagt om alleenheerser te worden van het grootste rijk ter wereld. Na de moord op zijn adoptiefvader rekent Augustus eerst af met diens moordenaars. Aanvankelijk in een ongemakkelijk bondgenootschap met Marcus Antonius, naast Caesar de tweede man van het Romeinse Rijk en destijds diens gedoodverfde opvolger, totdat hij uiteindelijk ook met hem, zijn grootste rivaal, afrekent. Het is vooral in dit eerste deel dat de complexe persoonlijkheid van Augustus tot leven komt. Het tweede deel dat met name gaat over de consolidatie van de macht, is wat schematischer; dat komt vooral omdat er veel minder bronnen zijn. Dit laat onverlet dat dit een overtuigende biografie is over een van de grootste figuren uit de wereldgeschiedenis. Met enkele kaartjes, een katern afbeeldingen in zwart-wit, eindnoten, een bronnen- en literatuuroverzicht en een register. De auteur is hoogleraar kunst- en cultuurbeleid in Nottingham en publiceerde eerder onder meer een biografie van Cicero. Verberg tekst