De rode vogel
×

De rode vogel
Besprekingen
De rode vogel verscheen oorspronkelijk in 1959, het werd in het Nederlands eerder opgenomen in de verzamelbundel Alle verhalen van Astrid Lindgren uit 1992. De rode vogel is een van de kortverhalen waarin Astrid Lindgren enkele van haar favoriete thema's bij elkaar bracht: er is enerzijds de grauwe, armoedige wereld van de weesjes Mattias en Anna en anderzijds de prachtige, paradijselijke wereld achter de poort in de Zonneweide.
Voor deze nieuwe uitgave herbekeek Rita Törnqvist-Verschuur haar eerdere vertaling. De aanpassingen die ze maakte zijn een enkele keer getrouwer aan de brontekst, maar doorgaans werd vooral de Nederlandse tekst wat gemoderniseerd. Zo werd het wat ouderwetse "God betere't" van de boer uit Mira veranderd in "o wee".
Dit verhaal speelt zich af "langgeleden in de dagen van de armoede" en concentreert zich op de kinderen Mattias en Anna die "alleen op de wereld waren achtergebleven". De boer uit Mira neemt hen in huis, maar enkel…Lees verder
Voor deze nieuwe uitgave herbekeek Rita Törnqvist-Verschuur haar eerdere vertaling. De aanpassingen die ze maakte zijn een enkele keer getrouwer aan de brontekst, maar doorgaans werd vooral de Nederlandse tekst wat gemoderniseerd. Zo werd het wat ouderwetse "God betere't" van de boer uit Mira veranderd in "o wee".
Dit verhaal speelt zich af "langgeleden in de dagen van de armoede" en concentreert zich op de kinderen Mattias en Anna die "alleen op de wereld waren achtergebleven". De boer uit Mira neemt hen in huis, maar enkel…Lees verder
Copyright (c) Vlabin-VBC
Mattias en Anna zijn wees en wonen bij een boer. Elke dag is het hard werken en weinig eten. Anna geeft bijna de moed op, maar in de winter mogen ze naar school. Als het zover is, achtervolgt ook daar de armoede hen. Anna beseft dat school niets goedmaakt en ze wil niet meer leven. Dan vliegt er plots een rode vogel door het bos die voor hen uitvliegt. Anna en Mattias volgen en vinden de verscholen deur naar de Zonneweide waar kinderen mogen spelen en genoeg te eten krijgen. Dit sprookje doet denken aan 'Het meisje met de zwavelstokjes' en 'De weg naar Shangrila'. Intens voel je mee met Anna die niet meer wil en met de wanhoop van Mattias. Anna is ouwelijk geworden, maar mag in de Zonneweide weer kind zijn. De armoede is het sterkst verwoord in de koude aardappelen die de kinderen iedere dag te eten krijgen. De rode vogel is een wegwijzer, een houvast. Het schitterende kleurgebruik in de illustraties, van grauw naar lentegroen, beeldt de lading van alle emoties uit die dit verhaal opr…Lees verder