Rijk is een arme jongen van wie de moeder op sterven ligt. Ze stuurt hem de wijde wereld in om te worden wie hij was. Hij krijgt van haar een appel, een ei en een knapzak vol stenen mee. Bette Westera en Sylvia Weve leveren met dit sprookjesachtige verhaal over een zoektocht naar de eigen identiteit voor de vierde keer een prachtwerk af. Vol magisch (realistisch)e gebeurtenissen en elementen die doen denken aan sprookjes en mythes: de oversteek op de rivier (Styx), de heg die dichtgroeit, het goud dat bevrijd wil worden, een hebberige herbergier, een huis dat niet dichterbij komt. Westera schrijft in een taal die kinderen begrijpen en voegt een extra laag toe, haar poëtische zinnen zingen. Het humoristische spel met taal loopt vloeiend over in de prenten van Weve: waar Rijk droomt over een bed van schapenwol en de dekens telt, tekent Weve de jongen onder talloze zwarte schapen. Sommige prenten zijn heel verstild, andere juist dynamisch en zwierig. Geweldige landschappen komen voorbij en ook het portret van de huilende koningin is indrukwekkend. Op de bijgeleverde cd leest Klemens Patijn de tekst ritmisch voor, ondersteund door de muziek van Martijn Rondel. Een sprookje, net even anders, door een topduo. Vanaf ca. 6 jaar. Verberg tekst

Wanneer zijn moeder op sterven ligt, wordt de arme jongen met de symbolische naam Rijk de wijde wereld in gestuurd. Met enkel een knapzak vol stenen, een appel en een ei. Hij moest alleen nog worden wie hij was. Zijn reis zit vol vreemde figuren en gebeurtenissen: hij overnacht in de kluis van de kluizenaar, slaapt onder een deken van levende schapen, vindt een verdwenen prinses terug. Om uiteindelijk terug thuis te belanden waar zijn moeder haar laatste adem uitblaast.

Dit magisch-realistische verhaal is een zoektocht naar zichzelf, wat de barones samenvat met de zin “Word snel wie je bent, maar geen haast, want je bent het allang.” En daarnaast naar de waarden in het leven, waarbij de magische knapzak een centrale rol speelt. Wanneer Rijk zich altruïstisch opstelt, verandert de knapzak stenen in goud, of een lappenpop in een levende prinses. Bette Westera beschrijft de omzwervingen in een tekst vol woordspelingen die hier en daar door kinderen niet begrepen zullen worden, maar altijd een plezier zijn voor de voorlezer. Deze voorlezer wordt wel op de proef gesteld door een ingewikkeld rijmschema, waarbij een roze krul na elk rijmwoord wellicht moet helpen met de cadans, maar mij lijkt dat alleen maar ingewikkelder. Je kan natuurlijk ook gewoon naar de bijhorende cd luisteren, waarop Klemens Patijn de vele personages met verschillende stemmetjes tot leven brengt, tegen de achtergrond van toepasselijke muziek. Luisteren geeft je namelijk alle tijd om ten volle te genieten van de schitterende illustraties van Sylvia Weve. Kleurvlakken en lijnen dwarrelen door elkaar heen, soms zelfs van de grote bladzijden aflopend, en eisen je volle aandacht. De zichtbare kartonvulling van de kaft en de gouden schutbladen maken dit sprookjesboek af.

Verberg tekst