Op 12 september 2001, één dag na de verwoestende aanslagen op de Verenigde Staten, bracht minister van Defensie Donald Rumsfeld de kwestie Irak ter sprake op de Nationale Veiligheidsraad. "Waarom pakken we niet ook Irak aan, en niet alleen maar Al-Qaida, vroeg hij. Rumsfeld sprak niet alleen voor zichzelf toen hij deze vraag stelde. Zijn onderminister van Defensie, Paul D. Wolfowitz, wenste een beleid waarin Irak het hoofddoel was in de eerste ronde in de strijd tegen het terrorisme". De Amerikaanse beroemde onderzoeksjournalist Bob Woodward, al dertig jaar verslaggever voor de 'Washington Post' en de man met de beste contacten in politiek Washington, heeft met de publicatie van Bush at war voor een heuse tour de force gezorgd. Dag op dag 13 maanden na de aanslagen -- op 11 oktober 2002 -- publiceerde hij een coherente, spannende, waar gebeurde kroniek van de reactie van de regering Bush op 11 september en de aanval op Afghanistan. Woodward is niet aan zijn proefstuk toe. Hij publiceerde reeds minstens drie belangrijke onthullende bestsellers gebaseerd op diepgaand speurwerk: All the president's men (Alleman van Nixon's staf, Contact, 1974 -- Watergate-affaire), The commanders (De machthebbers, Kritak, 1991 -- Panama- en Eerste Golfoorlog) en The agenda (Clinton-regime).

De smetteloze reputatie van Woodward laat hem toe in contact te komen met de grootste Amerikaanse leiders, die hun hart bij hem uitstorten. Voor dit boek interviewde hij meer dan honderd personen, onder wie president Bush (tweemaal), Donald Rumsfeld, Colin Powell, Condoleezza Rice en George Tenet. Bovendien kon hij beschikken over uniek bronnenmateriaal zoals aantekeningen bij de vergaderingen van de Nationale Veiligheidsraad, persoonlijke notities, geheime memo's, interne chronologische registers... Bush in oorlog is een verslag uit de eerste hand, in hoge mate letterlijk weergegeven zoals de ingewijden het zagen, hoorden en beleefden. Woodward stelt dat hij zijn uiterste best heeft gedaan de informatie te checken en te dubbelchecken, maar dat "door kritische beschouwingen, het oordeel van de geschiedenis en andere informatie de historische kijk op deze periode in de komende maanden en jaren misschien nog kan veranderen". Feit is dat dit boek van onschatbare waarde is als ijkpunt voor meer doorgedreven historisch onderzoek, maar tegelijkertijd nu reeds voor het brede publiek de grote contouren schetst van de werkelijke gebeurtenissen tijdens de eerste honderd dagen na 11 september. Woodward heeft al zijn getuigenissen en bronnen zodanig geordend dat het boek leest als een waargebeurde thriller. Met veel zin voor drama en psychologie schetst hij de hoofdfiguren aan de vooravond van 11 september, de aanslagen zelf, de vlucht van Bush kriskras door Amerika, de ontreddering, de schuldvraag, de verschuivende focus van Bin Laden naar Al-Qaida naar het hele Talibanregime, de strijd tussen de protagonisten over de militaire aanpak (in het bijzonder tussen de gematigde Powell en de krijgshaftige Rumsfeld), de aanval op Afghanistan, de implosie van het Talibanregime, de zoektocht naar Bin Laden... In de epiloog behandelt hij ook kort de aanloop naar de huidige Irakese oorlog.

Woodward bewijst met deze publicatie nogmaals hoe weinig publiek en pers op de hoogte zijn van de werkelijke gebeurtenissen tijdens een oorlog. Hij reveleert hoe de Afghaanse oorlog in feite een soort schijnoorlog was, die vooral werd uitgevochten met dollars. De oorlog tegen de Taliban werd niet in de eerste plaats beslecht door de high-techwapens van de Amerikanen. Zes CIA-teams deelden in de periode oktober-december 2001 in totaal zeventig miljoen dollar uit aan de Afghaanse krijgsheren, die zich vervolgens tegen het Talibanregime keerden. Op die wijze kon Amerika met een minimaal verlies aan mensenlevens de Taliban verdrijven en de feitelijke controle over Afghanistan verwerven. [Gunter Bousset] Verberg tekst

Washington Post onderzoeksjournalist Bob Woodward (All the President's Men) geeft de inside story over de besluitvorming, machtsstrijd en acties van de Bush-regering de eerste honderd dagen na '11 september' die tot de oorlog in Afghanistan en tegen terrorisme waar dan ook (de Bush Doctrine) hebben geleid. Hoofdrolspelers: Bush: 'Ik doe de dingen niet volgens het boekje. Ik ga af op mijn gevoel'; vice-president Cheney, man van de harde lijn; de botsende ministers Powell (Buitenlandse Zaken) en Rumsfeld (Defensie); en de zeer invloedrijke hoofdadviseur voor Nationale Veligheidszaken Condoleezza Rice. Woodward interviewde ruim honderd personen (en Bush zelf): van Defensie, Buitenlandse Zaken, de CIA etc. Veelal 'informele' interviews, dus soms anoniem. Verder veel citaten uit geheime (!) vergaderingen van de Nationale Veiligheidsraad, een verslag van de CIA-infiltratie-actie in Afghanistan etc. Geen schokkende onthullingen, geen kritische evaluatie, wel een fascinerend en gedetailleerd verslag van wat zich van dag tot dag afspeelde. Een historisch belangwekkend boek dus dat op alle Amerikaanse bestsellerlijsten belandde. Met zwartwitfotokatern, kaartje en naamsregister. Woodward schreef al eerder boeken over de Watergate-affaire, de Clinton-periode en de CIA. Verberg tekst