We komen van ver : gedichten
We komen van ver : gedichten
Besprekingen
Elkaars zwaartekracht helpen dragen
Weggefokt
En dat is het trieste deel van het verhaal:
in dit land waar je tussen regen
en hagelbui het leven zag, zal je een vreemde blijven.
Verraden door je naam
of kleur of oogopslag, altijd een vreemde,
je kinderen tot vijf generaties ver
vreemden - tot het amberen licht uit hun ogen weggefokt.
in hen rest niets
van je achterland tenzij een handvol genen op onzichtbare
touwladders.
Wie vroeger goed was in klimmen laat zich niet doldraaien,
weet dat touwladders
bij hun terugslag altijd een klap in het gezicht verkopen.
Of vergis ik me, kijk omhoog
daar laten onze voorouders de touwen vieren,
daar zijn we vrijdagen in circustenten
die van de ene soort naar de andere springen, polsen en enkels
vastgrijpen alsof
we samenvallen met onze roots en balanceren tussen afwijzen
wat we herinneren
en beminnen.
Car…Lees verder
Ten strijde met verzen
'Ik heb het even gehad met de poëzie', zei Lieke Marsman eind september in deze krant, enkele maanden na haar succesvolle romandebuut Het tegenovergestelde van een mens. Ze wilde 'weg van haar eigen navel' en zich 'richten op de wereld'. De ongelukkige suggestie is dat poëzie voor navelstaarders is. Vier recente debuutbundels bewijzen gelukkig dat niets minder waar is.
In het lijvige We komen van ver verwijst ook Carmien Michels (27) naar de neiging van haar generatie om weg te kijken van een wereld die in brand staat. Zo schrijft ze in het gedicht 'Middenrif' een regel die neigt naar escapisme: 'Als je de wereld tot droom verbouwt/ heb je geen last van nachtmerries'. Als er in Michels' poëzie echter al sprake is van een droomwereld, dan schuilt die hoogstens in het beeldende karakter van haar verzen, die soms een haast aforistische zeggingskracht hebben: 'Onmacht is jezelf wijsmaken/ dat oude lijken 's nachts verpulvere…Lees verder
Dichter Carmien Michels observeert scherp en schept een duistere, vaak gefragmenteerde wereld
In 2016 won Carmien Michels (Leuven,1990), schrijver van twee romans, het Nederlands en het Europees Kampioenschap Poetry Slam. In haar poëziedebuutbundel We komen van ver beziet Michels haar leven en vraagt ze zich voortdurend af waar zij vandaan komt en waaruit haar omgeving bestaat. Een scherp observatievermogen staat in dienst van die onderneming, die een nieuwe, fascinerende werkelijkheid oplevert.
Michels ziet zichzelf steeds als deel van een groter geheel, vanaf de oevers langs de Dijle tot een hotel in Tavistock. Haar zoeken houdt niet op bij de grenzen van de werkelijkheid: ze kan zwanger zijn van haar moeder, of als stamboom het woord voeren.
Opvallend is de rustige toon waarmee ze een duistere en sprankelende, vaak gefragmenteerde wereld neerzet. De stamboom spreekt:
Zwaluwen komen hier om te sterven
als de wind mild is hoor ik ze ingetogen zingen
tradities zitten in veren en vingers
ik t…Lees verder
Opzwepende taal van Carmien Michels
Lang geleden woonde ik in een flat naast een plein. Op een dag had een dakloze van afgedankte meubels op dat plein een woonkamertje gebouwd. Met een versleten bank, een krakkemikkige schemerlamp, een oud tafeltje en een min of meer dode plant had iemand zonder huis een thuis proberen te maken. Het had iets ontroerends.
Ik had lang niet meer aan die woonkamer gedacht, tot ik onlangs zat te lezen in het debuut van de Vlaamse Carmien Michels. Zij zag iets vergelijkbaars:
Op een balkon begiet een vrouw haar geraniums
een schooier met zeep neuriet onder de druppels
in een volgend leven is hij Piaf
Michels was voor mij een onbekende naam, terwijl ze toch al een flinke carrière heeft gemaakt: twee romans staan er op haar naam, en vorig jaar won ze de strijd om de beste poëzievoordracht tijdens het Nederlands en Europees Kampioenschap Poetry Slam.
Ik bekeek een paar filmpjes die daarvan gemaakt werden. Op e…Lees verder