Iris Sellin, de gekloonde dochter van concertpianiste Iris Sellin, probeert na de dood van haar moeder (of tweelingzuster?) te ontdekken wie ze nu werkelijk is. Een reproductie van Iris? Een blauwdruk? Ze reconstrueert haar eigen totstandkoming vanaf het eerste begin op bijzondere wijze: deels nuchter en zo objectief mogelijk, deels vanuit haar eigen gevoel en vertwijfeling. Haar zieke moeder heeft zich laten klonen om haar levenswerk door haar kloonkind te laten voltooien. De verhaalstructuur, episodes, afwisselend in de derde en de eerste persoon verteld, benadrukt deze tweespalt. Het kader waarin het verhaal geplaatst is (de epiloog brengt een fictieve toekomst tot leven), versterkt het realiteitsgehalte. De lezer krijgt in dit goed gedocumenteerde boek een indringend beeld van een gekloond mens met alle ethische vragen die deze scheppingsvorm oproept. Een boeiend verhaal dat de lezer vanaf het begin onontkoombaar meesleept en aan het denken zet. Bekroond met de Deutsche Jugendliteratur Preis. Vanaf ca. 14 jaar. Verberg tekst