Het snoeien en leiden van ruim achthonderd planten (bomen, sierheesters, fruit, klimplanten en rozen) wordt in dit boek uitgebreid beschreven. Na enige inleidende hoofdstukken over o.a. groeiwijze en gereedschap komen per plantengroep eerst de basisonderwerpen aan bod, gevolgd door een alfabetisch deel waarin planten met hun specifieke eisen behandeld worden. Het woord- en taalgebruik is niet erg eenvoudig, maar er is een verklarende woordenlijst met vaktermen aanwezig. De illustraties (foto’s en tekeningen) zijn alle in kleur. Het register bevat zowel de wetenschappelijke als de Nederlandse naam van de planten. Voor niet ervaren tuinliefhebbers kan dit handboek door onderwerp en grote hoeveelheid gegevens (er worden bijvoorbeeld ook planten beschreven die in Nederland niet gedijen, zoals nangka’s en papaja’s) verwarrend veel informatie geven, maar toch kunnen beginners zowel als ervaren tuiniers hieruit nuttige kennis opdoen over een vaak als moeilijk ervaren onderwerp. Herziene editie*. Verberg tekst