Tweede, wel op zichzelf staande deel van een trilogie over Julius Caesar. Hier worden behandeld: zijn verblijf en ontsnapping als gevangene van zeerovers aan de Noord-Afrikaanse kust, zijn oorlog tegen Mithridates in Griekenland en Macedonië, zijn terugkeer naar Rome en zijn ingrijpen in de slavenopstand die geleid werd door Spartacus. De auteur heeft de historische gegevens zeer royaal aangekleed vanuit zijn eigen fantasie; daarbij raakt hij niet zelden op anachronistische paden. Dat neemt niet weg dat het verhaal zich over het algemeen vlot laat lezen. Als veldslagen worden beschreven, hetgeen herhaaldelijk gebeurt, wordt er niet zuinig omgesprongen met bloed en gruwelijkheden: het waren bepaald ruige tijden. De vertaling laat zich over het algemeen vlot lezen en de omvang van meer dan 500 pagina's maakt er een typisch boek van voor lange winteravonden. Keurig verzorgde uitgave; normale druk.