Het eerste kookboek van de Vlaamse krokettenmaakster en eigenaresse van twee krokettenrestaurants draait, zoals verwacht, volledig om de kroket. De Vlaamse klassieker bij uitstek, de garnalenkroket, ontbreekt natuurlijk niet; de Nederlandse vleeskroket en de aardappelkroket wel. Het merendeel van de ongeveer dertig recepten is gericht op de avontuurlijke krokettenliefhebber. In drie bladzijden legt de auteur eerst duidelijk de basis uit, waarna de een na de andere, soms verbazingwekkende, smaakcombinatie aan bod komt. De recepten zijn tot op de gram nauwkeurig genoteerd, maar verder vrij summier, wat geen bezwaar is omdat het steeds om dezelfde, eenvoudige basistechniek gaat. Enkele korte hoofdstukken gaan wat dieper in op een speciaal (lokaal) ingrediënt dat de auteur tot het bedenken van een nieuwe kroket heeft geïnspireerd. Er zijn zeker technisch betere of meer op de Nederlandse smaak gerichte krokettenboeken op de markt (Edwin Kats, Johannes van Dam), maar als afwisseling een leuk en origineel boek. Met register op ingrediënt en veel kleurenfoto’s. Verberg tekst