Roman. De Medea in de nieuwe roman van David Vann is een onbevreesde feministe. Ze is minnares, moederdier en slachter in één.
Alle boeken van David Vann zijn Griekse tragedies, dooraderd met geweld, altijd veroorzaakt door mannen. Klare lucht zwart had een kolfje naar zijn hand moeten zijn. In zijn jongste roman grijpt de Amerikaanse auteur terug naar de mythe van Medea en plaatst het verhaal 3.250 jaar terug in de tijd, in een uitloper van de bronstijd. Al op de eerste pagina stinkt het naar dood. Medea staat op het schip de Argo, haar broer ligt 'uiteengereten aan haar voeten'. Die broer heeft ze eigenhandig afgeslacht, stukken van zijn lichaam gooit ze in zee om haar vader af te schrikken. Ze is op de vlucht met haar geliefde Jason en zijn Argonauten, naar Iolkus, waar Jason koning wil worden.
Toch is het niet zozeer liefde wat Medea drijft. Ze wil een 'koningin zonder koning' zijn. Daartoe moet ze de oude wereld vernietigen en een nieuwe scheppen, één waarin vrouwen geen slaaf meer zijn en regeren zonder mannen. Zij, de priesteres van het duister, zal de meest gehate onder de vrouwen zijn, maar wel de meest waarachtige.
Vermoeiende vervreemding
De mannen komen er, zoals altijd bij Vann, slecht vanaf. De Argonauten zijn een bende stelende zuiplappen, Jason is 'een man zonder bloed, zonder hartslag, zonder gevoelens'. Geweld, macht en onderdrukking zijn het bloed dat door hun laffe lijf stroomt. Afslachten wil Medea ze, verscheuren, verslinden.
Als Medea de 'slachter van koningen' is, dan is Vann de slachter van de gangbare grammatica. Hij ontbeent ze, versnijdt en verminkt ze en schrijft voornamelijk elliptische zinnen, ontdaan van het werkwoord 'zijn'. Niets is zeker voor Medea, wil hij zeggen, ze begeeft zich op onbekend terrein. Maar wat vorm en inhoud moet laten versmelten, wekt vervreemding op. Het is vermoeiend en vooral enerverend, je snakt naar een zin die af is.
Bovendien wordt de reis van Medea's geboortegrond Colchis naar Iolkus ellendig lang gerekt. 'De Argo als een soort slak, hij sleept zich zo traag voort dat het bijna niet te zien is', schrijft Vann. Het geldt evenzeer voor zijn proza. De eerste 160 pagina's, bijna twee derde van het boek, gebeurt er nauwelijks wat. Herhaalde kanttekening: 'Medea, is het nog ver?' 'Ja, nog héél ver.'
Bloed en ingewanden
Als Medea eindelijk in Iolkus aankomt, wordt ze tot slaaf gemaakt. Zes jaren verstrijken, waarin ze broedt op een meedogenloos, listig plan om koning Pelias uit de weg te ruimen. Ze schakelt daarvoor twee van zijn dochters in, die hun vader op gruwelijke wijze vermoorden en in stukken snijden. Een slasher wordt het, waarin bot versplintert, vlees rondspettert en het bloed en ingewanden regent. Vann kan prachtig schrijven over geweld. De tergend trage doodsstrijd van een afgeschoten hert in Goat Mountain is adembenemend ontroerend. In Klare lucht zwart werkt de slachtpartij voornamelijk op de lachspieren.
Zodra Pelias in een kookpot terechtkomt, slaan Medea, Jason en hun twee zonen op de vlucht. Ze belanden in Korinthe, waar Jason ogenblikkelijk aanpapt met de dochter van koning Kreon. En dus ruimt Medea ook haar uit de weg, samen met haar vader. Daarmee tekent ze haar doodvonnis en ook dat van haar zonen. Een laatste offer zal ze moeten brengen, het zwaarste. Jarenlang heeft zij verslonden, nu wordt ze zelf verscheurd, tussen haar verlangen een koningin zonder koningen te zijn en haar moederliefde. Nooit zal ze vrij zijn als een koning, zolang ze moederdier is. En dus vermoordt ze haar eigen kinderen, liever dan hen te laten vermoorden door Kreons mannen. Ze 'kust hem terwijl het mes hem doorsnijdt, omhelst hem krachtig zodat hij weet dat hij niet alleen is, dat ze van hem houdt', schrijft Vann als Medea, wreed en teder tegelijk, haar zoontje Promachus de keel afsnijdt. Het zijn de mooiste zinnen in het boek.
Vertaald door Arjaan en Thijs van Nimwegen, De Bezige Bij, 240 blz., 19,99 €. Oorspronkelijke titel: 'Bright air black'.
Verberg tekst