De heerlijke wereld van Winnie de Poeh biedt niet zoals de grote, zachte, afwasbare cover met de glimmende prent zegt "een grootse inleiding tot Winnie de Poeh en zijn wereld", maar geeft eerder een nostalgische terugblik op de beroemde beer en zijn omgeving. Het boek opent met een beschrijving van het Honderd-Bunders-Bos. De lezer kan het sparrenlandschap van Ashtown Forest in Sussex vandaag, waar de Engelse A.A. Milne woonde, vergelijken met de oorspronkelijke tekeningen van E.H. Shepard. Er is een woordje uitleg bij de planten en bomen die een rol spelen in de verhalen over Poeh, vergezeld van bekende wijsheden, zoals "Eikenbomen zijn heel geschikt om in te klimmen. En om uit te vallen." Zoals de bijdrage over het Honderd-Bunders-Bos is ook de beschrijving van Christoffer Robin opgevat. De lezer leert zowel de zoon van Milne kennen, als het personage Christoffer Robin. Anders dan de andere figuren in de wereld van Poeh is Christoffer Robin een mensenkind. Hij heeft hersens i…
Lees verder
De heerlijke wereld van Winnie de Poeh biedt niet zoals de grote, zachte, afwasbare cover met de glimmende prent zegt "een grootse inleiding tot Winnie de Poeh en zijn wereld", maar geeft eerder een nostalgische terugblik op de beroemde beer en zijn omgeving. Het boek opent met een beschrijving van het Honderd-Bunders-Bos. De lezer kan het sparrenlandschap van Ashtown Forest in Sussex vandaag, waar de Engelse A.A. Milne woonde, vergelijken met de oorspronkelijke tekeningen van E.H. Shepard. Er is een woordje uitleg bij de planten en bomen die een rol spelen in de verhalen over Poeh, vergezeld van bekende wijsheden, zoals "Eikenbomen zijn heel geschikt om in te klimmen. En om uit te vallen." Zoals de bijdrage over het Honderd-Bunders-Bos is ook de beschrijving van Christoffer Robin opgevat. De lezer leert zowel de zoon van Milne kennen, als het personage Christoffer Robin. Anders dan de andere figuren in de wereld van Poeh is Christoffer Robin een mensenkind. Hij heeft hersens i.p.v. pluis in zijn hoofd en heeft geen vacht om zich tegen de weersomstandigheden te beschermen. Er zijn drie stoffen cirkeltjes die de lezer kan bevoelen: eentje geeft de bretellen van Christoffer Robin weer ("die zijn zo mooi dat Knorretje van opwinding een halfuur eerder naar bed moest nadat hij ze voor het eerst had gezien), eentje de rode bloes, en in het laatste cirkeltje voel je het rubber van Christoffer Robins zwarte laarzen., "ideale kleren voor op expotities".
De volgende pagina's karakteriseren de dieren in het Honderd-Bunders-Bos: als eerste komt Poeh zelf naar voren als goedlachse, hersenloze honingliefhebber. Er is een flapje waarachter Poeh bij wijze van gymnastiek tot aan zijn tenen tracht te reiken. Verder zijn er tips om de Poeh-spirit te krijgen en een raadseltje. De volgende pagina's worden gewijd aan Poeh's gezelligste vriendje Knorretje. Grappig is dat Knor door Sheppard mogelijks frisser werd voorgesteld dan hij in werkelijkheid bedacht was. Knorretje is snel beschaamd ("Als hij in een later verhaal in de val belandt en Christoffer Robin voor een Klontemiggel aanziet, schaamt hij zich zo dat hij niet eens meer naar bed wil maar naar zee om zeeman te worden.") en kun je een beetje minder klein maken met een complimentje. De pagina's over Teigetje staan helemaal in het teken van een grote, rechtopstaande pop-up en karakteriseren Teigetje als een zeer goed "Vallend Dier". De bladzijden over Iejoor bieden vervolgens een schets van de melancholische ezel die telt hoeveel dagen er voorbijgestreken zijn sinds iemand tegen hem gesproken heeft. Iejoor klaagt graag, maar kan zijn somberheid niet volhouden, vooral niet als Poeh zijn staart teruggevonden heeft (die Poeh als bellenkoord gebruikte). In De heerlijke wereld van Winnie de Poeh zit een zeer zachte staart als extraatje vastgeknoopt. De schijnwerpers worden verder ook op Konijn, Uil, Kanga en Roe en hun eigenschappen gericht. In deze pagina's wordt telkens ook een echt te doorbladeren boekje of een flapje als eyecatcher verwerkt.
Na de voorstelling van de personages zijn er de rubrieken 'feestjes', 'expotities', 'huizen en holen' en 'spelletjes en deuntjes' (met o.m. een 'Welk Poeh-personage ben jij?'-testje, een boekje over de regels en de tactiek van het Poeh-takspel en gedichten en liedjes van Poeh waar niet nader op ingegaan wordt) en krijgen Milne en Shepard nog een apart stukje biografie. Als afsluiter is er een pagina 'Poeh en ik' ingericht, waar je een foto van jezelf met je favoriete beer in een kader kan inschuiven, en een vaarwelbrief aan Christoffer Robin, die noodgedwongen afscheid moet nemen van zijn vriendjes in het Honderd-Bunders-Bos, omdat hij naar school moet. Een trouwe berenvriend zal echter nooit de weg naar het Honderd-Bundersbos vergeten.
De heerlijke wereld van Winnie de Poeh geeft zoals de lezer merkt een fijne samenvatting van Poeh en zijn omgeving, enkele tijdloze tekeningen en wijsheden incluis, maar het laat de Poeh-verhalen (waar hier en daar eens naar verwezen wordt) bijna volledig buiten beschouwing. Dat is jammer, want de verhalen zijn niet alleen te mooi om vergeten te worden, anderzijds biedt deze uitgave ook geen meerwaarde voor oudere kinderen die de verhalen van Poeh nog niet kennen. Het is dan ook niet duidelijk voor welk publiek deze uitgave bedoeld is: de mix van fantasie en realiteit, met licht nostalgische teksten, spreekt wellicht eerder oudere kinderen aan; flapjes, pop-ups, voelobjecten en een staart doen denken aan een aanzienlijk jongere doelgroep. [An-Sofie Bessemans]
Verberg tekst