Details
188 p.
Besprekingen
Leeswelp
Het boek leert de mens Rembrandt en zijn manier van schilderen kennen. Toch gaat het in dit boek vooral over Wiggert. Het vertelt hoe hij zijn kindertijd ontgroeit en de nieuwe fase in zijn leven aanpakt, hoe hij met mensen omgaat, hoe hij vooral veel wil leren -- lezen en schrijven, kunsttechnieken hanteren, messenwerpen, handel drijven, Rembrandts bezittingen goed beheren, zijn sterke intuïtie of "helderziendheid" in de hand houden... De lezer komt ook alles te weten over de fouten die hij maakt, zijn eerste kwade dronk, de voortvarendheid waarmee hij zich soms in gesprekken mengt, zijn soms te lichtvaardig vertrouwen, zijn eerste verliefdheid...
De schrijver is erin geslaagd een kleurig en aanschouwelijk beeld op te roepen van het leven in het rijke Amsterdam van het midden van de Gouden Eeuw. Hij laat zien hoe de mensen leefden, hoe de standen met elkaar omgingen, hoe de rijkdom ook bedriegers en dieven en zakkenrollers aanlokte, waarom ze Rembrandts kloveniersschuttersstuk 'De Nachtwacht' noemden, hoe ze reageerden op Vondels toneelstuk 'Gijsbrecht van Aemstel', waarin ook Wiggert -- als meisje in een jurk met frutseltjes -- en zijn vader een rol speelden... Soms klinkt de beschrijving misschien een beetje te toeristisch of zelfs wat belerend, maar alles bij elkaar verneemt de lezer in dit boek toch veel interessante dingen over het leven 400 jaar geleden, tot en met de vervaardiging van papier, het recept voor kandeel of voor Kolhaks wonderdrankjes. Leuk voor Vlaamse lezers zijn de verwijzingen naar Vlaanderen, maar een "ondeugd, een Belgische zoete likeur", is toch een anachronistisch uitschuivertje van de schrijver.
Het verhaal van Wiggert, Rembrandt en Kolhak wordt verteld in 34 hoofdstukjes, vooral vanuit de optiek van Wiggert maar in de tweede helft van het boek, wanneer het schilderij tot stand komt, ook vanuit Rembrandt. Alles bij elkaar is dit een goed geschreven, boeiend boek over een kunstschilder, een intelligente jongen en een sympathieke kwakzalver in de rijkste jaren van het Amsterdam van de Gouden Eeuw. [Herman De Graef]
NBD Biblion
Pluizer
Amsterdam, midden zeventiende eeuw. Wiggert vergezelt zijn blinde vader, een speelman, die met zijn draailier feesten opvrolijkt. Zo komen ze terecht in de Doelen bij de schutterij van de Kloveniers. Hun aanvoerder Frans Banning Cocq wil zijn schutters laten portretteren door Rembrandt. Rembrandt zal de groep op zijn manier uitbeelden: in beweging, met licht en schaduw. Hij voegt er zelfs een paar personages aan toe. De meester wordt hier opgevoerd met zijn gebreken en zijn wrijvingen met opdrachtgevers. Hij was erg spilziek. Hij krijgt hulp van Wiggert, die zijn onbetrouwbare secretaris zal vervangen. Kolhak, een wonderdoener, speelt een grote rol. Door zijn toedoen krijgt Rembrandt steun van Commelyn, een schatrijke koopman. Een interessant verhaal over het tot stand komen van de Nachtwacht. Voor zijn relaas over de beroemdste schilder uit de Gouden Eeuw kon de auteur putten uit vele bronnen. In korte hoofdstukken kan hij de spanning opvoeren. Sommige personages zijn te stereotiep, bv. Kolhak, de zwerver en kruidendokter.