Volgend jaar is het een eeuw geleden dat de Eerste Wereldoorlog begon. In de Vlaamse jeugdliteratuur wordt de herinnering aan 'de grote oorlog' al jaren levendig gehouden. Nu liet ook Do Van Ranst zich door de loopgravenoorlog inspireren, en hij leverde een vuistdikke roman af die hoge verwachtingen wekt. Qua opzet en ambitie doetIedereen bleef brood eten denken aanAllemaal willen we de hemel van Els Beerten enKelderkind van Kristien Dieltiens, twee lijvige historische romans waarin verschillende personages afwisselend een deel van het verhaal vertellen. Allebei werden ze terecht bekroond voor hun literaire verdiensten.
Do Van Ranst heeft vooral zijn sporen verdiend met realistische verhalen in een hedendaagse setting. Titels alsMijn vader denkt dat wij levens redden enMoeders zijn gevaarlijk met messen behoren tot de beste jeugdboeken die de laatste jaren in Vlaanderen geschreven zijn. Dat niveau haaltIedereen bleef brood eten helaas niet.
Centraal in het boek staan ee…Lees verder
Volgend jaar is het een eeuw geleden dat de Eerste Wereldoorlog begon. In de Vlaamse jeugdliteratuur wordt de herinnering aan 'de grote oorlog' al jaren levendig gehouden. Nu liet ook Do Van Ranst zich door de loopgravenoorlog inspireren, en hij leverde een vuistdikke roman af die hoge verwachtingen wekt. Qua opzet en ambitie doetIedereen bleef brood eten denken aanAllemaal willen we de hemel van Els Beerten enKelderkind van Kristien Dieltiens, twee lijvige historische romans waarin verschillende personages afwisselend een deel van het verhaal vertellen. Allebei werden ze terecht bekroond voor hun literaire verdiensten.
Do Van Ranst heeft vooral zijn sporen verdiend met realistische verhalen in een hedendaagse setting. Titels alsMijn vader denkt dat wij levens redden enMoeders zijn gevaarlijk met messen behoren tot de beste jeugdboeken die de laatste jaren in Vlaanderen geschreven zijn. Dat niveau haaltIedereen bleef brood eten helaas niet.
Centraal in het boek staan een jongeman en een bakkersdochter uit Ieper. Aan het begin van het verhaal zijn ze verliefd, maar ze trekken met ruzie de oorlog in en de volgende vier jaar zal hun verzoening niet evident zijn. Terwijl Simon mee gaat vechten in de loopgraven, probeert Nelle als verpleegster haar steentje bij te dragen. Allebei worden ze getekend door het leed dat ze zien en meemaken, en hun liefde wordt bovendien bemoeilijkt door de jaloezie van Simon. Hun wederzijds verlangen blijkt echter groot genoeg om een paar flinke tegenslagen te overwinnen. Tussendoor horen Simon en Nelle af en toe nieuws van hun ouders, en zo krijgt de lezer ook inkijk in de ervaringen van vluchtelingen die tijdens de oorlog in het buitenland verbleven.
Marie Curie
Het boek komt moeilijk op gang. Alle typische ingrediënten van de Eerste Wereldoorlog passeren de revue: de verwoeste steden, de vluchtelingen, de loopgraven, de doden en gewonden, het veldhospitaal, enzovoort. Regelmatig krijg je het gevoel dat je dit verhaal al eerder hebt gelezen. De personages spreken dan nog te weinig tot de verbeelding om het relaas van de historische feiten tot een hoger niveau te tillen, en er zit veel herhaling in de beschrijvingen van al het bloed, al het gevaar, alle ellende. Als het de bedoeling was om de afstomping van de personages op de lezer over te dragen, is dat goed gelukt, maar echt pakkende literatuur levert het niet op, omdat het niet doorleefd voelt. Pas wanneer er wat originelere stukken in het verhaal komen, begint het echt te lopen. Nelle mag met een dokter mee naar Parijs om er Marie Curie te horen spreken, en laat zich zijn aandacht welgevallen. Simon wordt ondertussen door een aan morfine verslaafde vriend steeds verder in roekeloze missies betrokken. Nadat ze beiden lange tijd het noodlot konden tarten, slaat het uiteindelijk toe.
Het einde vanIedereen bleef brood eten is sterk, maar kan de zwaktes moeilijk doen vergeten. Zo is de vorm nogal rommelig. Soms worden de hoofdpersonages gevolgd door een verteller, soms nemen ze zelf het woord, en naar het einde toe duiken er een paar brieven op. De meerwaarde van die verschillende vormen is niet duidelijk. Ook stilistisch is de roman wisselvallig. De personages komen de dialogen vaak niet authentiek over, en vooral wanneer ze ruzie maken of met elkaar flirten, zijn hun gesprekken soms pijnlijk slecht geschreven.
Van Ranst is een talent in het schrijven van tragikomische hedendaagse romans, maar deze bloedserieuze thematiek gaat hem moeilijker af. De grote oorlog verdient het om met een beter boek herdacht te worden.
DO VAN RANST
Iedereen bleef brood eten.
De Eenhoorn, 448 blz., 22,50 ?. (15+)
Verberg tekst