Hoofdpersoon van deze erudiete studie is Ferdinand (1488-1539), de bastaardzoon van Amerika-ontdekker Christoffel Columbus. Als dertienjarige werd hij door zijn vader meegenomen op een zeereis die bij Jamaica zou uitlopen op rampen en ontberingen. Toen reeds toonde hij zich een bewonderaar van het fenomeen boek: dankzij een scheepvaartalmanak kon hij een maansverduistering voorspellen en daarmee de oorspronkelijke eilandbewoners gestage voedselvoorziening afdwingen. Spannend zijn ook zijn latere reizen door Europa, waar hij als bibliomaan duizenden boeken, pamfletten, fabel- en liedbundels aanschafte. Hij wilde de bibliotheek van de wereld samenstellen. Vele geleerden brachten er een bezoek aan. Zijn grootste zorg was hoe al die duizenden boeken te ontsluiten. Hij bedacht als eerste dat boeken het beste rechtop konden staan en ontwierp een slimme catalogus, die geleerden langs bestaande kennis heen moest loodsen om daarmee tot nieuwe kennis te komen. De privébibliotheek kwam terecht in Sevilla en raakte grotendeels in verval. In 2019 is de oorspronkelijke catalogus teruggevonden. Verberg tekst