Bundel met vijf verhaaltjes die in leesniveau opklimmen vanaf het eerste verhaal op niveau AVI-E3 naar het laatste verhaal op niveau AVI-E5. In alle verhaaltjes spelen de speurneuzen Mo en zijn teckelhond Tijger de hoofdrol. In het eerste verhaal helpen ze buurmeisje Pien, die al enkele dagen haar poes kwijt is. Vervolgens vinden ze tijdens een kampeervakantie met oma twee verdwaalde meisjes, op school ontmaskeren ze een groentedief in de schoolmoestuin, op het kleine eiland in de vijver vinden ze een schat, en ze redden varken Chanel van de slager. Het eerste verhaaltje bestaat uit eenvoudige korte zinnetjes in een groot en duidelijk lettertype (met schreefjes). In de volgende verhaaltjes wordt het lettertype steeds iets kleiner en de zinnen langer en moeilijker. De tekst is gedrukt in fladderzetsel. Een nieuwe zin begint op een nieuwe regel. Elk verhaaltje bestaat uit enkele getitelde hoofdstukjes van maximaal vier pagina’s, met mooie vrolijk gekleurde illustraties. Het AVI-niveau staat onder de titel afgedrukt. Leuke spannende verhaaltjes om zelf te lezen vanaf ca. 6,5 jaar, maar ook leuk om voor te lezen aan jongere kinderen. Verberg tekst

Achter de stevige cover van dit dikkere boek voor eerste lezers, schuilen vijf verschillende verhalen die in moeilijkheidsgraad van niveau E3 naar E5 stijgen. In elk verhaal spelen Mo en zijn teckel Tijger de hoofdrol. In het eerste verhaal gaan ze op zoek naar de poes van hun vriendinnetje Pien. Vervolgens helpen ze tijdens een vakantie bij oma twee verdwaalde meisjes de weg naar huis terug te vinden. Het derde verhaal speelt zich af in de moestuin waar de klas van Mo elke woensdag werkt. Daar ontmaskeren ze samen de dief die er de groenten steelt. Daarna vindt Tijger op een klein eiland in de vijver een schat en in het laatste verhaal redden ze het varken Chanel uit de handen van een gemene slager.

De vijf verhalen, die telkens uit vier op elkaar aansluitende hoofdstukken bestaan, sluiten heel nauw aan bij de belevingswereld en de leesontwikkeling van eerste lezers. Het eerste verhaal bestaat uit korte zinnen die nergens doorlopen op een volgende lijn. De letters zijn groot gedrukt en er is voldoende witruimte. Naarmate het niveau stijgt, verkleinen de letters en worden de zinnen ook langer. Nergens is het taalgebruik gezocht of te moeilijk. Doordat de kleurrijke illustraties helder verbeelden wat er in het verhaal gebeurt, dragen ze niet alleen bij tot het begrijpen van wat er in de tekst gebeurt. Ze verhogen ook de aantrekkelijkheid van het boek. In combinatie met de teksten vormen ze een uitnodigend geheel voor wie nog maar net leerde lezen.

Verberg tekst