De vijf klassieke prentenboeken met kortere verhalen over 'Kleine Beer' (uit de jaren '50 en '60) zijn hier in één dikke bundel bijeengebracht. De jonge beer leert de wereld om zich heen kennen in gezelschap van zijn vrienden Kip, Poes, Uil en het mensenkind Emmie. Dit tegen de veilige achtergrond van altijd bereikbare, knuffelende (groot)ouders. De dieren kleden zich, praten, denken en voelen als mensen, hetgeen de identificatiemogelijkheden verhoogt. De zachtgetinte tekeningen zijn geplaatst in kaders. Fijnere arceringen ondersteunen de herkenbaarheid en sfeer. De betrokkenheid van de 'lezer' wordt tevens verhoogd door het vaak gehanteerde kikvorssperspectief. De tekeningen worden vergezeld door enkele regels tekst. De schrijfstijl is gemoedelijk. Het herhaalaspect, aantrekkelijk voor jonge kinderen, krijgt de nodige aandacht. De bundel ademt een sfeer van vroeger tijden zonder oubollig te zijn. Het oranje-bruine textielen omslag bevat een geïllustreerde sticker ter verfraaiing. Gebonden uitgave met leeslint. Voorlees-/kijkboek voor kinderen vanaf ca. 4 jaar, zelf lezen vanaf ca. 7 jaar. Verberg tekst