Boek
Nederlands

Twee zomers

Erik Orsenna (auteur), Marijke Arijs (vertaler)
Een vertaler, die worstelt met zijn weergave van een roman van Nabokov, zoekt inspiratie op een mythisch eiland en wordt daarbij geholpen door eilanders en zomergasten.
Titel
Twee zomers
Auteur
Erik Orsenna
Vertaler
Marijke Arijs
Taal
Nederlands
Oorspr. taal
Frans
Oorspr. titel
Deux étés
Uitgever
[Bleiswijk]: Uitgeverij Vleugels, 2018
148 p.
ISBN
9789078627593 (paperback)
Andere talen:

Beschikbaarheid in Vlaamse bibliotheken

Besprekingen

Recente, mooie vertaling van het in 1997 verschenen 'Deux étés' van Erik Orsenna (1947), lid van de Académie française. Het verhaal speelt zich af op het mythische Bretonse eiland Bréhat, de grote inspiratiebron voor de auteur. Een vertaler van de roman 'Ada' van Nabokov worstelt hier met zijn moeilijke opdracht. Geholpen door eilanders en zomergasten van diverse pluimage komt het werk uiteindelijk met onorthodoxe methoden tot stand. Een ode aan de verbeelding. Over de kunst van het vertalen: 'vertalers zijn kapers', over de norse Nabokov, over het leven op het tamelijk geïsoleerde eiland. De originele, bevlogen en ook geestige vertelling zal taal- en literatuurliefhebbers zeker aanspreken.

Over Erik Orsenna

CC BY 3.0 - Foto van/door Marie-Lan Nguyen (User:Jastrow)

Érik of Erik Orsenna (Parijs, 22 maart 1947 is een Frans auteur. Sinds 1998 is hij lid van de Académie française. Zijn werkelijke naam is Érik Arnoult.

Orsenna combineert zijn economische opleiding met literaire belangstelling. Hij werkte nauw samen met François Mitterrand en was in zijn politieke leven adviseur op het gebied van ontwikkelingshulp (1981-1983) en vervolgens van cultuur (1983-1986).

Hij debuteerde in 1974 met Loyola's blues en kreeg voor zijn tweede roman La Vie comme à Lausanne de prix Roger-Nimier (1977). Internationale belangstelling kwam er dankzij L'Exposition coloniale, dat de prix Goncourt in de wacht sleepte (1988). Zijn schrijverschap is verwant aan dat van Raymond Queneau en Georges Perec, maar Orsenna hanteert toch een eigen accent. Daarbij valt enerzijds zijn hang naar structuur op, en anderzijds zijn ironie.

In Longtemps (1998), een ode aan het overspel, knoopt hij daar opnieuw …Lees verder op Wikipedia