Ik bezit nog een aan flarden gelezen exemplaar van de 58ste druk uit 1943, van 'lang voor mijn tijd' dus. Dat het uitgerafelde boek nog niet bij het papierafval terechtkwam, wil wat zeggen. De Witte is een overlever. De jongste tijd kwam ik de kwajongen uit de Kempen uitsluitend op tv tegen, als de verfilming van Robbe De Hert uit 1980 nog eens werd uitgezonden. De recentste keer, een paar jaar geleden, schrok ik door de gewelddadigheid in woord en daad, het veelvuldige vloeken en de rake klappen. Dat de humor met flink wat miserie is aangelengd, had ik uit mijn geheugen gebannen.
In hoeverre is ons beeld van het personage van Ernest Claes (1885-1968) vertekend door de twee films (want lang voor De Hert werd er al in 1934 een versie gedraaid), en door de tv-serie Wij, heren van Zichem, die van 1969 tot 1971 werd uitgezonden?
Het is misschien tijd om er de basis, namelijk de tekst, weer bij te halen en zelf te oordelen of De Witte echt de tijd trotseert. Deze kerstperi…Lees verder
Ik bezit nog een aan flarden gelezen exemplaar van de 58ste druk uit 1943, van 'lang voor mijn tijd' dus. Dat het uitgerafelde boek nog niet bij het papierafval terechtkwam, wil wat zeggen. De Witte is een overlever. De jongste tijd kwam ik de kwajongen uit de Kempen uitsluitend op tv tegen, als de verfilming van Robbe De Hert uit 1980 nog eens werd uitgezonden. De recentste keer, een paar jaar geleden, schrok ik door de gewelddadigheid in woord en daad, het veelvuldige vloeken en de rake klappen. Dat de humor met flink wat miserie is aangelengd, had ik uit mijn geheugen gebannen.
In hoeverre is ons beeld van het personage van Ernest Claes (1885-1968) vertekend door de twee films (want lang voor De Hert werd er al in 1934 een versie gedraaid), en door de tv-serie Wij, heren van Zichem, die van 1969 tot 1971 werd uitgezonden?
Het is misschien tijd om er de basis, namelijk de tekst, weer bij te halen en zelf te oordelen of De Witte echt de tijd trotseert. Deze kerstperiode is uiterst geschikt: precies honderd jaar geleden, in december 1920, publiceerde Claes zijn 'streekroman' over Lewie Verheyden - De Witte liet hem nooit meer los, soms tot zijn spijt en ergernis. Claes was voor de rest van zijn carrière voor het grote publiek de schrijver van één boek, kun je in zijn recente biografie door Bert Govaerts nalezen.
De Witte kende een moeilijke start, want er waren problemen met de royalty's en de kwaliteit van het drukwerk. En er was kritiek; zelfs De Standaard, de krant die Claes in 1918 had helpen oprichten, was niet laaiend enthousiast, integendeel: 'Uit elke bladzijde schatert de Vlaamsche leute. Maar letterkunde is iets meer dan verpoozing', schreef recensent Jules Persyn streng.
Toch werd De Witte vrij snel razend populair; het is intussen een longseller, misschien zelfs een everseller. Uniek is dat het boek nog steeds in druk is bij de oorspronkelijke (Nederlandse) uitgever, Wereldbibliotheek. De jubileumuitgave van 2020 (de 128ste druk!) is er een met een kleurrijke harde kaft; ze bevat de prachtige illustraties en vignetten die collega Felix Timmermans in 1928 maakte toen De Witte op 25.000 exemplaren afstevende. Peter Theunynck, dichter en verdienstelijk biograaf van Karel van de Woestijne, zoekt in de nieuwe inleiding naar de eeuwige aantrekkingskracht van de schelm, het buitenbeentje met zijn onverzadigbare drang naar vrijheid.
Betekent De Witte vandaag nog meer dan een nostalgiebad? Waarom verdient het boek geen plaats in de canon? Is Claes' verhalentrommel van hetzelfde kaliber als The adventures of Huckleberry Finn van Mark Twain? Theunynck geeft aanzetten tot antwoorden. Eén ding zal ik zeker onthouden: in De Witte is het blijkbaar altijd zomer.
(De Witte gaat alvast mee met de tijd. Behalve een e-boekversie is er nu ook het luisterboek voor 12,99 euro, ingelezen door acteur Michaël Pas, die in de film van De Hert de kleine rol van 'schooljongen' speelde - hij was toen nog geen veertien.)
Wereldbibliotheek, 216 blz., 19,99 € (e-boek 9,99 €).
Verberg tekst