Als u dit leest, bent u achtergebleven. U kunt uw leven geheel naar eigen wens vormgeven, de door u gekende overheid is vertrokken.
Achtergebleven? Waar? Op aarde natuurlijk, onze verloren planeet, geteisterd door bosbranden, luchtvervuiling, bodemverschraling, overstromingen en wat al niet meer. De situatie werd onleefbaar, dat kan u toch niet ontgaan zijn? Dus vannacht zijn we vertrokken. Wij, de betere helft van de mensheid. De kinderen, iedereen onder de veertig, de slimme vijftigers, de fitte zestigers en alle brave honden. Geëvacueerd naar een andere planeet. Precies de aarde, maar dan groter. Groener, minder druk, heel aangenaam.
Een andere planeet. Het is niet zelden de laatste dooddoener aan het eind van een deprimerend gesprek over de klimaatcrisis: 'Joh, maar tegen die tijd zitten we toch allang op een andere planeet.'
Esther Gerritsen (1972) gebruikt dat gegeven in haar nieuwe roman Gebied 19. Tomas Boom is een matig succesvolle thrillerschrijv…Lees verder
Als u dit leest, bent u achtergebleven. U kunt uw leven geheel naar eigen wens vormgeven, de door u gekende overheid is vertrokken.
Achtergebleven? Waar? Op aarde natuurlijk, onze verloren planeet, geteisterd door bosbranden, luchtvervuiling, bodemverschraling, overstromingen en wat al niet meer. De situatie werd onleefbaar, dat kan u toch niet ontgaan zijn? Dus vannacht zijn we vertrokken. Wij, de betere helft van de mensheid. De kinderen, iedereen onder de veertig, de slimme vijftigers, de fitte zestigers en alle brave honden. Geëvacueerd naar een andere planeet. Precies de aarde, maar dan groter. Groener, minder druk, heel aangenaam.
Een andere planeet. Het is niet zelden de laatste dooddoener aan het eind van een deprimerend gesprek over de klimaatcrisis: 'Joh, maar tegen die tijd zitten we toch allang op een andere planeet.'
Esther Gerritsen (1972) gebruikt dat gegeven in haar nieuwe roman Gebied 19. Tomas Boom is een matig succesvolle thrillerschrijver van in de vijftig. Kennelijk niet het soort mens waarop ze op de nieuwe aarde zitten te wachten; hij is achtergebleven. En dat terwijl zijn vrouw en twaalfjarige zoon wél 'mee zijn'.
De premisse roept tal van prikkelende ideeën op: wat gebeurt er op aarde als de helft van de mensheid ineens verdwenen is? Wie wordt als nuttig voor de maatschappij gezien en wie niet? Waarom? En wie bepaalt dat? Hoe zouden we een nieuwe aarde inrichten, als we de kans kregen? Welke gebruiken en gewoonten zetten we door, welke schaffen we af? Hoe kan de mensheid voorkomen opnieuw de fout in te gaan?
De antwoorden op deze vragen worden niet echt uitgewerkt. Enerzijds is dat uitdagend; de lezer mag zelf aan de slag. Anderzijds voelt het als een gemiste kans om deze roman de nodige zwaarte en inhoud te geven. Gerritsen blijft te veel hangen in beschrijvingen van de situatie. Ze wil de lezer doen geloven dat de evacuatie voor Tomas als een totale verrassing komt, terwijl de plannen niet geheim waren, iedereen al tijden over 'de selectie' speculeerde en zijn vrouw nota bene betrokken was bij de hele operatie.
Ja, ze heeft wel geprobeerd hem iets te vertellen, maar 'het drong niet tot je door'. Ja dá-hag, die twee zijn pas getrouwd! Die houden van elkaar! Dan ga je toch even zitten voor zo'n gesprek? Ondertussen moeten we heel lang met Tomas meeslenteren in zijn frustrerend inadequate zoektocht naar informatie, waarin hij zich door iedereen laat afwimpelen met vage antwoorden. Niemand die hem gewoon even vertelt hoe en wat, zodat we dóór kunnen met het verhaal, de diepte in.
Zoals wel meer auteurs die schrijven over een nieuwe/andere/toekomstige wereld is Gerritsen net iets te veel in haar nopjes met haar eigen vondsten, die dan ook breed worden uitgemeten, terwijl ze voor het grotere verhaal niet relevant zijn. Neem de 'hondenteststraat' in het Vondelpark, waar de gehoorzame honden van de ongehoorzame worden gescheiden. De brave honden worden naar de nieuwe aarde gebracht en hun baasjes blijven in wanhoop achter. Maar Tomas bedenkt een list! Hij leert zijn hond omgekeerde commando's! Als hij bijvoorbeeld roept: 'kom', dan rent de hond weg! Slim, hè!
Ondertussen is er over andere dingen dan weer niet zo goed nagedacht: op de nieuwe planeet is alles - van landen tot en met huizen en hun inrichting - exact nagemaakt, maar hoe dan? Met welke menskracht, met welke materialen? En hoe kunnen mensen überhaupt leven op een planeet die 20 procent groter is dan de aarde? Word je dan niet verpletterd door de zwaartekracht? De enige mogelijke conclusie is dat de fysieke planeet niet bestaat. Niet voor niets wordt er gewag gemaakt van 'gebied 19', een stukje in de visuele hersenschors waarmee experimenten worden uitgevoerd.
Tomas wordt daarnaast verweten een 'heel conservatieve blik op authenticiteit te hebben'. Is de nieuwe aarde slechts een mentale manifestatie in het brein van de 'bevolking'? Maar als dat zo is, waar zijn alle lichamen dan gebleven? En als de nieuwe planeet niets meer is dan een door de overheid geconstrueerde illusie, waarom dan dat gesteggel over wie er wel en niet mee mag? Op een bedachte planeet hoeft toch geen ruimtegebrek te zijn?
Er valt wel meer aan te merken op Gebied 19: de knulligheid van sommige zinnetjes (Tomas struikelt: 'hij had zijn voet niet ver genoeg opgetild'), de clichématige apocalyptische beelden die Gerritsen de lezer opdringt (man alleen met zijn hond, fietsend over een verlaten snelweg), de platte karakters (de stoere barvrouw, de akelig aardige ambtenaar, Tomas' hyperopgewekte - want gebrainwashte - vrouw). Nee, dit boek laten we op aarde achter.
★★☆☆☆
De Geus; 320 pagina's; € 23,99.
Verberg tekst