De kust van België straalt weinig charme uit, althans niet op het eerste gezicht. Stranden met lange boulevards met hoge grauwe appartementen en hotels. Met ijsverkopers, winkeltjes met strandartikelen, verhuur van gocarts. Deze gids streeft ernaar je met andere ogen naar de kust en het achterland te kijken. Het neemt je mee in de geschiedenis, de (Belle Époque) architectuur, het cultureel erfgoed, musea en de kunst van de drie-jaarlijkse triënnale Beaufort. Met een uitstapje naar Veurne en Brugge, waar je wandelt langs het Minnewater en een Brugse Zot drinkt bij Café Vlissinghe. Veelzijdig Oostende, la reine des plages, maar ook de stad van de garnalenkroket en kunstenfestival The Crystal Ship. En De Haan, hier geen hoogbouw, maar een fraai beschermd dorpsgezicht. De gids is beschrijvend met wetenswaardigheden en veel foto’s. Klein lettertype, lange teksten, weinig sfeerbeleving. Bijzondere plekjes, die er zeker zijn, ontbreken. Zoals surf-hotspots, culinaire vis-adresjes, winkels waar chocoholics blij van worden, bijzondere hotelletjes, unieke winkeltjes.