De 'Zoeklicht'-serie van uitgeverij Zwijsen richt zich enerzijds tot kinderen van negen tot twaalf die moeite hebben met lezen en daarnaast is er ook 'Zoeklicht plus', voor kinderen vanaf twaalf jaar. Nieuw is de 'Zoeklicht dyslexie'-reeks, die gemaakt werd voor dyslectische kinderen vanaf zeven jaar, een groep voor wie leren lezen allesbehalve evident is. Daarom werden de verhalen uit de reeks geschreven in een eenvoudig taal en ingedeeld in korte hoofdstukken. Bovendien werden ze opgesteld in 'Read regular', een lettertype dat speciaal voor dyslectici werd ontwikkeld, en zijn ze afgedrukt op een licht getint papier. Daarnaast bevatten ze een 'leesplattegrond' van de moeilijke woorden die in het verhaal voorkomen en uitvouwpagina's waarop je tijdens het lezen woorden kan opzoeken. Ten slotte zijn de boekjes vergezeld van een cd waarop de eerste hoofdstukken van de hele reeks alvast worden voorgelezen om de interesse aan te wakkeren. De reeks is ingedeeld in pakketten van acht boekjes met een verschillend leesniveau.

De boekjes uit dit paket hebben leesniveau AVI drie en vier. Qua thematiek sluiten ze goed aan bij de leeftijdsgroep, en tussen de verhalen is er ook voor ieder wat wils: van sport tot avontuur en fantasie. Bovendien gaan de speciale opzet en vormgeving hier gelukkig meestal gepaard met leuke, zij het wat brave verhalen. De meeste boekjes uit dit paket vertellen verhalen over het alledaagse leven. In Alle ballen op Joerie! (AVI 4) vertelt Hans Kuyper bv. hoe Joerie op het voetbalveld van een sukkel in een held verandert wanneer hij eindelijk ontdekt dat hij in de spits het beste speelt. In Dat moet ik zien! van Selma Noort (AVI 4) wil Jos dan weer naar de wedstrijd PSV-Ajax kijken, maar hij mag niet omdat hij de koekjes heeft opgegeten.

Een duik in het diepe van Peter Vervloed (AVI 4) heeft een wat emotionelere ondertoon. Joost is een goede zwemmer, maar omwille van zijn kleine gestalte wordt hij door de badmeester uitgedaagd om een proef te doen. Wanneer hij het meisje Imme van de bodem van het zwembad redt, ziet de badmeester in dat hij gemeen was. Ook Een tien voor taal (AVI 4) bevat een duidelijke les, zij het dat die hier wat simpel wordt uitgewerkt: Koen wordt door drie jongens uit zijn klas aangezet om een toets te stelen van de juf, als opdracht om bij hun club te mogen horen.

Wie bouwt de mooiste hut? (AVI 4) vertelt Vivian den Hollander hoe Mat en Ties meedoen aan een wedstrijd om de mooiste hut te bouwen. Wanneer blijkt dat iemand hen wil saboteren, bouwen ze een valkuil. Uiteindelijk valt niet alleen de jongen die ze wilden beetnemen maar ook Jos van de wedstrijdleiding erin. Gelukkig winnen ze de wedstrijd alsnog met hun bouwwerk.

Drie boekjes uit dit pakket vertellen een minder alledaags verhaal. In de detective Frank en Stijn (AVI 3) vertelt Annemie Bon hoe Frank en Stijn spion worden voor een werkstuk op school. Wanneer blijkt dat de loopkar van oma gestolen is, gaan ze op onderzoek. Al gauw lossen ze de zaak op en gaan ze op zoek naar iets nieuws. Na twee mislukkingen kunnen ze eindelijk Stijns zus helpen door de dader op te sporen die haar snoep had gejat.

Fantasierijker (en creatiever) is Help, pap is weg van Monique van der Zanden (AVI 3). De moeder van Meg en Mees is boos op hun vader omdat hij nooit opruimt. Daarom trekt ze een cirkel rond zijn bureau waarbuiten geen rommel meer mag staan. Plots is de vader echter spoorloos verdwenen en is de cirkel een smeulend gat geworden. Wanneer Mees en Meg in het gat afdalen, komen ze in een parallelle wereld terecht waarin alles opgeruimd is en netjes bij de juiste letter wordt geplaatst. Tijdens hun zoektocht naar de p van pap komt de lezer ook nog eens alle letters van het alfabet tegen, zonder dat die educatieve opzet echt geforceerd overkomt.

Griezelfeest (AVI 4) van Dirk Nielandt is ten slotte het enige 'griezelverhaal' uit dit pakket. Loes mag naar een verjaardagsfeest bij Toon, maar al snel nadat ze door Toons moeder is binnengelaten, lijkt er helemaal niemand meer in huis te zijn. Loes gaat op zoek, maar wanneer ze een donkere kamer binnengaat, slaat de deur achter haar dicht en vangt ze een glimp op van een monster. Vol angst gaat ze op de tast op zoek naar een uitweg, tot er tot haar afgrijzen een man binnenkomt. Als het licht aangaat, blijkt hij de vader te zijn van Toon, een decorbouwer voor enge films: heel zijn werkkamer hangt vol met griezelige rekwisieten. Het resultaat is een wat voor de hand liggend verhaal dat leert dat angst enkel tussen de oren zit.

Alle boekjes zijn verzorgd uitgegeven, met harde kaft en een overzichtelijke lay-out. Dat maakt van 'Zoeklicht dyslexie' een mooie reeks, die bestaat uit degelijke en ontspannende verhalen. Veel meer hoef je echter niet te verwachten, en een snelle blik doorheen de illustraties van de boekjes leert al meteen dat er niet al te veel risico's genomen zijn. Zo worden de tekeningen van illustratoren als Saskia Halfmouw, Gertie Jaquet, Irma Ruifrok en Els Vermeltfoort gekenmerkt door eenzelfde luchtige maar weinig uitdagende stijl. Hoewel dus niet wereldschokkend, bieden de meeste van de boekjes toch een aangenaam en fris alternatief voor kinderen bij wie het lezen doorgaans een echte opgave is.

[Koen Sels]

Joerie moet van vader aan sport gaan doen. Hij zit maar steeds op zijn 'luie kont'! Het wordt voetbal. Joerie beleeft het voetbal niet als een onverdeeld genoegen: hij kan het niet, zijn acties mislukken, hij vindt zichzelf een klungel. Liever zit hij achter zijn pc om daarop een spel te doen. Tot de meester (de voetbaltrainer) hem op een dag vraagt om de goal te gaan verdedigen. Dit boekje is speciaal geschreven, vormgegeven en gestructureerd voor kinderen met dyslexie*. Het taalgebruik is eenvoudig (AVI-M4), maar toch aansprekend. De zinnen overstijgen de regel niet. De tekst is gedrukt in een speciaal voor dyslectici ontwikkeld schreefloos lettertype en staat op licht getint papier. Ingewikkeldere woorden staan vetgedrukt in de tekst en zijn voorzien van een kleine illustratie, terug te vinden op de flap voorin of achterin. Een cd geeft de lezer, met duidelijke stem, een instructie bij het boekje. Ieder hoofdstuk begint met een overzichtelijke, paginagrote kleurenillustratie. Die biedt visuele ondersteuning bij de tekst. Met leestips en informatie over auteur en illustrator. Een enigszins didactisch, aansprekend, zeer verzorgd en voor de doelgroep erg geschikt leesboek. Vanaf ca. 8 jaar.