Uitgeverij Casterman zet de facsimile-uitgaven van de Kuifje-albums voort. Ditmaal is het de beurt aan Het gebroken oor dat oorspronkelijk verscheen in 1946. Ik weet niet of het met nostalgie te maken heeft, maar ook na bijna 60 jaar blijft dit album boeien. In het etnografisch museum wordt een uiterst zeldzaam afgodsbeeldje gestolen. Het beeldje kwam van een indianenstam uit Zuid-Amerika, de Arumbaya. Kuifje raakt gefascineerd door de diefstal en vertrekt naar Zuid-Amerika om het mysterie op te lossen. Benieuwd of de huidige generatie van stripliefhebbers met deze facsimile-uitgaven de Kuifje-reeks ontdekt en leert waarderen. In de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis te Brussel loopt op dit moment de tentoonstelling 'Met Kuifje naar Peru'. Hergé is en blijft een van de grootmeesters uit de stripgeschiedenis. [Jan Geeraerts]

Van een Kuifje-album hoeft eigenlijk geen recensie gemaakt te worden, want deze albums zijn klassiek en vertellen nog immer een goed verhaal. In dit geval gaat het om de zoveelste herdruk van 'Het gebroken oor'. Er is in dit geval iets bijzonders aan de hand, namelijk het formaat. Er zijn de standaard albums van Kuifje (iets groter dan A4-formaat en wereldwijd bekend) en je hebt de mini-albumpjes van 10 x 13 cm en nu dit formaat van 17 x 22,5 cm. Het ziet er erg leuk uit, maar de pagina’s zijn verkleind waardoor de teksten en de tekeningen erg klein worden en minder goed leesbaar. Deze uitgaven zijn wel leuk om cadeau te doen.