Vertrouw niemand van boven de dertig, was een gevleugelde uitspraak uit de tegencultuur van de sixties. Hippies, beatniks en de aanhangers van new age en psychedelica keerden hun burgerlijke ouders de rug toe. Maar er waren uitzonderingen op de regel van dertig. Zo werd een neurotische, rigide Duitser, een kluizenaar die zich levenslang in een Zwitsers dorpje verschool met een bordje 'geen bezoekers' aan de deur, postuum een goeroe van diezelfde tegencultuur.
Als Timothy Leary zijn studenten opdroeg De steppewolf en Siddhartha te lezen voor ze aan een lsd-trip begonnen, dan eerde hij Hermann Hesse. De rockband Steppenwolf, de prachtige Nick Drake-song 'River man', allemaal geïnspireerd door Hesse. Dankzij de hippies werd hij de populairste en meest vertaalde Duitser.
En toch was Hesse (1877-1962) niet bepaald born to be wild. Hij werd geboren in een protestants gezin, maar Hermann wou geen vrome christen worden. Hij verzette zich en wel zo hevig dat hij op zijn v…Lees verder
Vertrouw niemand van boven de dertig, was een gevleugelde uitspraak uit de tegencultuur van de sixties. Hippies, beatniks en de aanhangers van new age en psychedelica keerden hun burgerlijke ouders de rug toe. Maar er waren uitzonderingen op de regel van dertig. Zo werd een neurotische, rigide Duitser, een kluizenaar die zich levenslang in een Zwitsers dorpje verschool met een bordje 'geen bezoekers' aan de deur, postuum een goeroe van diezelfde tegencultuur.
Als Timothy Leary zijn studenten opdroeg De steppewolf en Siddhartha te lezen voor ze aan een lsd-trip begonnen, dan eerde hij Hermann Hesse. De rockband Steppenwolf, de prachtige Nick Drake-song 'River man', allemaal geïnspireerd door Hesse. Dankzij de hippies werd hij de populairste en meest vertaalde Duitser.
En toch was Hesse (1877-1962) niet bepaald born to be wild. Hij werd geboren in een protestants gezin, maar Hermann wou geen vrome christen worden. Hij verzette zich en wel zo hevig dat hij op zijn vijftiende zelfmoord wou plegen en in een instelling terechtkwam. Die mentale crises zouden steeds weer opduiken, ook toen hij zich aan zijn milieu had ontworsteld en schrijver werd. Depressies leidden op zijn vijftigste tot de roman De steppewolf (1927), een hippiemanifest avant la lettre.
Vijftiger Harry Haller is de steppewolf uit de titel, uiterlijk een brave burger, innerlijk een wild dier, onaangepast en vervreemd van de maatschappij waarin hij moet leven. Het is het verhaal van Harry's wanhoop 'te midden van de verwoeste, door grote bedrijven uitgezogen aarde, van een leugenachtige cultuur met haar blikkerige kermisglans.'
De Eerste Wereldoorlog heeft Harry's pacifistische dromen stukgeslagen zoals Vietnam dat zou doen voor de jeugd van de sixties, en wat overblijft is wild kapitalisme en een vlak, steriel bestaan vol voorgeprogrammeerd amusement. Via het vrijpostige meisje Hermine, via seks en drugs en jazz zal Harry proeven van magie en weer beginnen te leven.
Was het psychedelische De steppewolf relevant voor een generatie die met lsd en rock haar eigen magische theater creëerde, dan was Hesses Siddhartha (1922) dat voor de alternatieve meerwaardezoekers. Die keerden zich af van de versleten idolen van het Westen (God, geld, carrière) om de wijsheid in het Oosten te zoeken. En laat Hesse ook dat gedaan hebben. Dankzij een grootvader die als missionaris in India werkte, was hij vertrouwd met hindoegeschriften en met het levensverhaal van de Boeddha, die in zijn jeugd prins Siddhartha Gotama heette.
Een eeuwige zoeker naar zingeving was Hesse eveneens. Hij schrijft over Siddhartha, die gelooft dat je niets van een ander leren kunt. Je kan alleen zelf ervaren. Dat doet Siddhartha ook. Hij ervaart lust met de courtisane Kamala en rijkdom als zakenman; hij gokt en bezit een mooi paleis, hij is een 'geslaagd man', maar dat 'verzadigde, lauwe, flauwe leven' vervult hem uiteindelijk met afschuw. Dan redt één geluid hem van de zelfmoord: het zingen van de rivier, een eeuwig 'Om' zonder begin of einde waarin alles éen wordt en verzinkt.
'Niets was, niets zal zijn, alles is, alles is wezenlijk en heden.' Die wijsheid klonk de generatie van turn on, tune in, drop out als muziek in de oren. Een eigen pad zoeken van intuïtief weten, materialisme verwerpen, het zoeken naar een authentiek zelf, en heel misschien nirwana vinden - dat was de erfenis die de rusteloze Hesse schonk aan een generatie.
Maakt het dan iets uit dat De steppewolf een rommelig boek is, dat het lijdt aan zelfobsessie en te veel symboliek à la Jung? Maakt het wat uit dat Siddhartha mooi doorgecomponeerd is en poëtische zeggingskracht heeft, maar dat hindoe- en boeddhistische concepten hier dooreen gehusseld worden tot onder boven is? Dat Siddhartha soms meer weg heeft van een nietzscheaanse Übermensch dan van een ego-loze boeddha?
Neen, Hesse bereikte zijn doel niet, hij oversteeg nooit het zelf, rust en wijsheid ontsnapten hem. Maar zijn romans zijn stapstenen naar een ver nirwana: een leven van zuiver voelen, dieper denken. Turn on, tune in, drop out. De wereld is nog altijd een magisch theater.
Verberg tekst