Vierkant informatief prentenboek waarin een jongen een meisje vertelt dat hij later metselaar wordt. Daarna vertelt hij in de ik-vorm hoe je volgens hem een goede metselaar kunt worden. Ingegaan wordt op wat je moet kunnen, wat je moet doen, wat je nodig hebt, waar je werkt en met wie je samenwerkt. De humoristische, stripachtige tekeningen zijn de grootste blikvanger. Het merendeel van de pagina’s bevat drie tekeningen, waarvan de bovenste - een halve pagina beslaand - het verhaal van de jongen en het meisje volgt. Op de onderste twee tekeningen zien we een metselaar aan het werk. De tekst (vetgedrukt en verschillend van grootte) beperkt zich tot enkele korte zinnetjes. Sommige bij het beroep horende woorden/begrippen als metselspecie en fundering zullen nadere uitleg van de voorlezer behoeven. Tekst en illustraties zijn goed op elkaar afgestemd. Aan het eind zijn twee doe-opdrachten en twee overzichtsplaten (met onder andere een blik in de toekomst) opgenomen. De makers zijn erin geslaagd een realistische kijk op het beroep van metselaar te tonen. Onder de noemer 'Later word ik...'* zijn inmiddels nog zeven delen verschenen. Al zullen jonge kinderen niet gauw op het idee komen om metselaar te worden, toch een leuk boek voor kinderen vanaf ca. 6 t/m 8 jaar. Verberg tekst

In de reeks 'Later word ik ...' bestemd voor jonge kinderen is hier het beroep van metselaar aan de beurt. In kleine hoofdstukjes wordt uit de doeken gedaan wat je nodig hebt aan materiaal om het vak te leren. Een meisje en een jongetje gaan ermee aan de slag. Je ziet het bouwwerk groeien en soms eens invallen. Tegelijk krijg je op kleinere prenten te zien hoe een echte metselaar te werk gaat. Een aangename kennismaking met dit beroep. Veel van de materialen kennen kinderen al - kruiwagen, schop, zand - maar er worden nog vele nieuwe woorden geïntroduceerd. De lay-out is een beetje stijf en de figuurtjes een beetje harkerig maar toch is het een interessante reeks.