Als de hoofdpersoon uit "The Celestine prophecy" (*) eerst door een buurmeisje en kort daarna door een goede vriend wordt gewezen op de spirituele gemeenschap Shambhala in Tibet, ziet hij dat als een teken. Hij gaat per vliegtuig naar Kathmandu, Nepal, en trekt vandaar naar Tibet met een gids die een bekende van zijn goede vriend blijkt te zijn. Tijdens hun gevaarlijke tocht, waarbij ze o.a. door Chinezen belaagd worden en een Hollander ontmoeten, wordt hij in vier stadia geconfronteerd met zichzelf en leert hij veel. Uiteindelijk bereikt hij Shambhala en komt dan daar tot het elfde inzicht, namelijk dat de energie/kracht van het menselijk gebed ons leven kan veranderen. Dit vervolg op "The Celestine Prophecy" en "The tenth prophecy" (**) is opnieuw vlot een begrijpelijk geschreven, optimistisch en positief van toon en prettig leesbaar. Maar het verhaal maakt meer nog dan zijn directe voorganger een wat gezochte, bedachte indruk en borduurt meer en tamelijk makkelijk voort op het succes van het boek waar het allemaal mee begon. Omslagillustratie in kleur van mistige bergtoppen. Verberg tekst