De 9-jarige Sevi is koning van het kleine Suthi, land van de Kleine Wonderen. Een ster laat hem weten dat er een machtige koning zal worden geboren. Sevi besluit de ster te volgen en neemt drie geschenken mee. Reizend achter drie andere koningen en hun carnavaleske gevolg aan, stuit Sevi op de problemen die de stoet veroorzaakt heeft. Jan De Leeuw schreef eerder vooral young-adultboeken, dit is zijn eerste prentvertelling. Hier verweeft hij zijn eigen versie van het Bijbelse verhaal over de nieuwe koning met een sprookjesachtige zoektocht. Nu is juist de reis belangrijk, goed ondersteund door de herhaling van de tegenslagen, evenals het contrast tussen de eendimensionale pracht en praal van de stoet en het magische en de eenvoud van koning Sevi. De Leeuw laat Sevi zowel als jongen zien die ‘wacht op mij’ roept en ‘wat nu weer?’ denkt, en als statige koning. De Leeuws zinnen zijn ritmisch, beeldend en soms ook grappig. Mattias De Leeuw gebruikt voor zijn prachtige paginagrote illustraties meestal een gedempt kleurenpalet, waarbij de ster steeds zorgt voor een goudkleurige, warme gloed. Tegenover het stevige rozerode kasteel staan de frivole lijnen van de bontgekleurde stoet. Wat een fijn sprookjesachtig, winters verhaal. Vanaf ca. 6 jaar.