Om eerlijk te zijn: de boeken van Jane Austen heb ik altijd gemeden. Verfilmingen van haar werk laten zich moeilijk ontlopen, maar ook die spreken een categorie van guilty pleasure aan waar ik kennelijk gewoon niet zo vatbaar voor ben - dus aan de boeken waagde ik me maar helemaal niet. Tot iemand me deze zomer overhaalde om Overreding en overtuiging te gaan lezen. Het is de laatste roman die Austen afrondde voordat ze in 1817 op 41-jarige leeftijd overleed. Deze maand verscheen het in een nieuwe, ietwat archaïsche vertaling van dichter Jan Kuijper. (Oorspronkelijk heet de roman gewoon Persuasion trouwens, dus die tamelijk tautologische titel zal wel het gevolg zijn van een onopgeloste ruzie.)
Op het eerste oog was het wel zo'n beetje wat ik me bij een roman van Jane Austen had voorgesteld: er komen landhuizen in voor en adellijke titels, er zijn giechelende, huwbare meisjes en ijdele mannen. Er wordt gedanst, in koetsen gereden, geflirt, gesmacht en gekonkeld - maar toch: er is iets geks aan de hand met dit boek.
Laat me eerst even vertellen waar het over gaat. Dat kan heel kort: Anne Elliot, het hoofdpersonage, is verliefd op Frederick Wentworth, een kapitein, en hij is ook verliefd op haar. Dat was het. Echt. Wat is dan precies het probleem, zult u wellicht denken, en dat is inderdaad een lastig te kraken noot.
In een iets langere versie zou ik erbij vertellen dat Anne Frederick acht jaar geleden aan de kant zette, nadat een vriendin haar daartoe had overgehaald. Dat was natuurlijk stom van haar, maar door een gelukkig toeval komt ze nu, acht jaar later dus, weer oog in oog met hem te staan. Een uitstekende gelegenheid, zou je denken, om haar vergissing recht te zetten en misschien even sorry te zeggen - maar mooi niet.
Anne zegt helemaal niets. Als we haar zelf mogen geloven heeft dat te maken met haar leeftijd. Ze is inmiddels namelijk 27 (in die tijd: stokoud) en hoewel ze er in die acht jaar alleen maar aantrekkelijker op is geworden (ze is beduidend 'vooruitgegaan qua knapheid en molligheid') en Frederick zijn onverminderde interesse in haar op alle mogelijke non-verbale manieren laat blijken, verhindert een soort misplaatste faalangst dat ze deze tweede kans met beide handen aangrijpt. In plaats daarvan kijkt ze Frederick ruim tweehonderd pagina's lang diep in de gevoelige ogen, half koket, half gekweld, tot de kapitein zelf uiteindelijk de moed maar bij elkaar raapt om Anne via een briefje te laten weten wat al die tijd zonneklaar was: dat hij inderdaad nog steeds verliefd op haar is, en (je raadt het niet) ze krijgen elkaar.
Op een gegeven moment discussieert Anne met een man over de vraag welke sekse het hevigst te lijden heeft onder liefdesverdriet. Volgens Anne de vrouwen, aangezien die de hele tijd maar thuis zitten, 'rustig, beperkt, een prooi van hun emoties', terwijl mannen 'altijd iets (hebben) als een beroep, bestrevingen, zaken die jullie onmiddellijk terughalen in de wereld'. De man sputtert tegen, maar Anne snapt niet zo goed waarom hij de discussie zo graag wil winnen: 'Het hele voorrecht dat ik voor mijn sekse opeis (...) is dat van het langst te blijven liefhebben als het leven of als de hoop vervlogen is.'
Als de hoop vervlogen is?
Regelrechte kitsch
Jane Austen staat bekend om haar ironie. Ook in Overreding en overtuiging beschrijft ze personages vaak bijzonder geestig. Maar nog meer dan op de personages lijkt Austen haar ironische pijlen ditmaal te richten op de vertelling zelf. Het moment waarop Anne en Frederick - catharsis! - elkaar ein-de-lijk in de armen sluiten, waarop ze 'hersteld (zijn) in alles wat verloren was' en worden 'teruggevoerd naar het verleden, met nog een surplus van hechting en vertrouwen' - het voelt allemaal (en niet alléén door de vertaling) aan als regelrechte kitsch.
Daarbij: er is geen conflict! Zodra ze elkaar weer treffen is er goed beschouwd niets wat Anne en Frederick belemmert om elkaar ditmaal wél in de armen te sluiten. Anne mag dan op leeftijd zijn, ze kan moeilijk volhouden dat dát haar zelfvertrouwen in de weg zit, want naast Frederick duikt er zelfs nog een andere rijke pief op die met haar wil trouwen. Ze is de perfectie zelve. Ze zit gebakken. Iedereen houdt van haar. En toch heeft het verhaal van begin tot einde een zware, trieste, melancholische grondtoon. Als je op de plot afgaat, draait Overreding en overtuiging om een personage dat een tweede kans krijgt, die ze nog bijna laat lopen ook. Gevoelsmatig echter is dit het verhaal van een gemiste kans.
Verfilmingen van dit boek zullen ongetwijfeld uitmonden in bloedernstige happy endings, maar als u het mij vraagt presenteert Austen ons met dit boek één grote leugen. Dieptrieste ironie is wat het is. Moeten we Annes relaas serieus nemen, of is dit hele verhaal slechts een utopisch verzinsel, geproduceerd door een vrouw voor wie in werkelijkheid alle hoop is vervlogen?
Ik ben geen expert, zoals ik al aangaf, maar ik vermoed het tweede. Als u het mij vraagt gaat dit quasi-romantische boek over een vrouw die rouwt om een onherstelbare fout uit het verleden. Om een leven dat definitief ongeleefd is gebleven.
Jane Austen Overreding en overtuiging. Vert. Jan Kuijper Athenaeum; 288 blz. € 21.
Het is het grootste euvel van een te meegaand en weifelachtig karakter, dat je op geen enkele invloed ooit aankunt. - Je weet nooit zeker of een goede invloed standhoudt. Iedereen kan het aan het wankelen brengen; wie gelukkig wil worden moet vasthoudend zijn. - "Hier hebt u een noot", zei hij en plukte er een van een hoge tak, als voorbeeld - een mooie, glimmende noot die, van nature gezegend met kracht, alle herfststormen heeft overleefd. Geen gaatje, nergens een zwakke plek. - "Deze noot is", vervolgde hij met speelse plechtstatigheid - "terwijl zo vele van haar zusters zijn gevallen en vertreden onder de voet, nog steeds in het bezit van alle geluk dat naar men denken kan voor een hazelnoot is weggelegd." Daarna, terugkerend tot zijn eerdere ernst: "Mijn eerste wens voor mensen in wie ik belangstel, is dat ze vasthoudend zijn".
Verberg tekst