Op een zonnige zomermiddag, toen Sarah acht was, verdween haar vier jaar oudere broer Charlie spoorloos. "Zeg maar tegen mama dat ik gauw weer terug ben", zei hij nog tegen Sarah. Daarna heeft niemand hem ooit nog terug gezien. Het gezin komt de verdwijning van Charlie niet te boven, Sarahs ouders scheiden na een paar jaar, Sarahs moeder rekent Sarah haar broers verdwijning aan, maakt van Charlie's kamer een soort schrijn en troost zichzelf met drank. Sarah woont daarom, zestien jaar later, nog steeds thuis. Ze is lerares aan een meisjesschool en als daar een 12-jarig meisje verdwijnt en Sarah haar dood in het bos vindt, is ze zeer aangeslagen. Daar komt nog bij dat de politie het enigszins verdacht vindt dat Sarah voor de tweede keer bij een verdwijning is betrokken. Een goed geschreven psychologische thriller waarin heden en verleden -in flashbacks wordt ook het verhaal van de verdwijning van Charlie verteld- elkaar mooi afwisselen. De verhouding tussen Sarah en haar moeder komt goed uit de verf, ook de andere personages zijn realistisch getekend, de plot is niet verrassend, wel overtuigend. Debuut van de auteur die letterkunde studeerde in Dublin en Oxford, en nu redacteur bij een uitgeverij is. De lezers bij Amazon.co.uk gaven het boek vier sterren. Paperback met kleine druk. Verberg tekst