Boekjes voor de allerkleinsten zijn schaars. Goede benoemboekjes voor de kleine dreumesen zijn zo mogelijk nog schaarser. Appels, paraplu’s, auto’s, bedden… De alledaagse dingen worden een voor een afgebeeld met duidelijke, meestal weinig creatieve illustraties, zodat de peuter aangezet wordt om zijn woordenschat uit te breiden. En toen kwam Het babyboek van alle dingen. En hoewel het helemaal meegaat op de alomtegenwoordige retrotendens, weet het boekje zowel door de keuze van de te benoemen zaken, de opbouw, alsook de tekenstijl de allerkleinsten te raken op een unieke manier. De auteurs stappen als het ware helemaal in de huid van het kind en beschrijven diens dag in detail en in al zijn diversiteit (zo lijkt het spijlenbedje vooral op een gevangenis — een interessante visie).
Hoewel Het babyboek van alle dingen met zijn kartonnen pagina’s, afgeronde hoeken en kleine formaat helemaal op maat van de kleinsten is, is het opgedeeld zoals een volwassen boek in hoofd…
Lees verder
Boekjes voor de allerkleinsten zijn schaars. Goede benoemboekjes voor de kleine dreumesen zijn zo mogelijk nog schaarser. Appels, paraplu’s, auto’s, bedden… De alledaagse dingen worden een voor een afgebeeld met duidelijke, meestal weinig creatieve illustraties, zodat de peuter aangezet wordt om zijn woordenschat uit te breiden. En toen kwam Het babyboek van alle dingen. En hoewel het helemaal meegaat op de alomtegenwoordige retrotendens, weet het boekje zowel door de keuze van de te benoemen zaken, de opbouw, alsook de tekenstijl de allerkleinsten te raken op een unieke manier. De auteurs stappen als het ware helemaal in de huid van het kind en beschrijven diens dag in detail en in al zijn diversiteit (zo lijkt het spijlenbedje vooral op een gevangenis — een interessante visie).
Hoewel Het babyboek van alle dingen met zijn kartonnen pagina’s, afgeronde hoeken en kleine formaat helemaal op maat van de kleinsten is, is het opgedeeld zoals een volwassen boek in hoofdstukken. Op de eerste pagina vind je de inhoudstafel met deze verschillende hoofdstukken, gaande van ‘baby’s, ‘luiers en spelletjes’, ‘ongelukjes’ tot ‘vieruurtjes en boeken’. Eerst worden de verschillende hoofdrolspelers voorgesteld, zes baby’tjes, waaronder twee tweelingbroertjes. Je leert hun mama en papa kennen, wordt meegenomen naar hun ontbijttafel, mag een kijkje nemen in hun leven. Doordat zes verschillende baby’s gevolgd worden, is er ook veel diversiteit. De lezer kan als het ware proberen te raden welke kinderstoel bij welke baby past, welk ontbijt elke baby krijgt voorgeschoteld. Telkens opnieuw is het vooral herkenbaarheid troef, want precies door de verschillende soorten badjes, potjes, bedjes, kan elke lezer zich vinden in wat Janet en Allan Ahlberg met zoveel zorg neertekenen. Of Kind en Gezin dit boekje zal promoten, blijft nog de vraag: buikslapertjes, baby’s die samen in één bedje liggen, baby’s die niet helemaal de volle, verplichte 240 ml melk opdrinken, wijnproevertjes… Het is een ware verademing om zoveel ‘normaliteit ‘ te zien.
Ondanks de retrostijl, die zich vooral vertaalt in de tekeningen met fijne zwarte lijnen en retroprintjes, is Het babyboek van alle dingen allesbehalve clichématig of onderhevig aan een rollenpatroon. Vaders staan mee ’s nachts op, maken het ontbijt, verversen de luiers. Moeders gaan uit werken, wassen haastig hun haren boven de wasbak… Het babyboek van alle dingen is in alle opzichten een geslaagd benoemboekje. [Brenda Froyen]
Verberg tekst