Op het eerste gezicht hebben de romans van Jesús Carrasco (1972) weinig tot niets met elkaar gemeen. De Spaanse auteur maakte acht jaar geleden een eclatante entree in de letteren met De vlucht, een snoeiharde realistische roman. Zijn tweede, De grond onder onze voeten, was een dystopische allegorie en zijn derde geesteskind, dat nu vertaald in de boekhandel ligt, verschilt weer hemelsbreed van de vorige. Terug naar huis is een conventioneel psychologisch verhaal, geworteld in een herkenbaar hier en nu. Het enige wat zijn boeken met elkaar gemeen hebben, is dat ze de klemtoon leggen op de verbondenheid van de mens met zijn geboortegrond.
Het hoofdpersonage Juan Álvarez heeft de muffe Spaanse provincielucht en het familiebedrijfje achter zich gelaten en is vertrokken naar Edinburgh, waar hij een baantje heeft gevonden als assistent-hovenier. Wanneer zijn vader sterft, keert de verloren zoon noodgedwongen naar het ouderlijke huis terug, met de bedoeling om er na …Lees verder
Op het eerste gezicht hebben de romans van Jesús Carrasco (1972) weinig tot niets met elkaar gemeen. De Spaanse auteur maakte acht jaar geleden een eclatante entree in de letteren met De vlucht, een snoeiharde realistische roman. Zijn tweede, De grond onder onze voeten, was een dystopische allegorie en zijn derde geesteskind, dat nu vertaald in de boekhandel ligt, verschilt weer hemelsbreed van de vorige. Terug naar huis is een conventioneel psychologisch verhaal, geworteld in een herkenbaar hier en nu. Het enige wat zijn boeken met elkaar gemeen hebben, is dat ze de klemtoon leggen op de verbondenheid van de mens met zijn geboortegrond.
Het hoofdpersonage Juan Álvarez heeft de muffe Spaanse provincielucht en het familiebedrijfje achter zich gelaten en is vertrokken naar Edinburgh, waar hij een baantje heeft gevonden als assistent-hovenier. Wanneer zijn vader sterft, keert de verloren zoon noodgedwongen naar het ouderlijke huis terug, met de bedoeling om er na de begrafenis meteen weer vandoor te gaan. Die vlieger gaat helaas niet op, want zijn moeder blijkt alzheimer te hebben. Voor een oppas is er geen geld, haar 'parkeren' in een tehuis is geen optie en zijn zus Isabel vertrekt voor een jaar naar de VS. Daar gaat Juans stralende toekomst. Alles komt op zijn schouders terecht: de papierwinkel in orde brengen, de deurenfabriek van wijlen zijn vader draaiende houden, zijn vergeetachtige moeder in de gaten houden en het allermoeilijkste: zich neerleggen bij zijn lot.
Zijn langzame bewustwordingsproces is het onderwerp van Terug naar huis, een roman over het ethische dilemma waarvoor alle kinderen vroeg of laat komen te staan: de zorg voor hun aftakelende ouders. Wat weegt het zwaarst: het recht op vrijheid en persoonlijke ontwikkeling, of de verantwoordelijkheid om voor je vader en moeder te zorgen? Op het Spaanse platteland zijn kinderen nog steeds een soort van pensioenverzekering. Vooral dochters hebben de plicht om de zorg voor hun verwekkers op zich te nemen, vindt Juans moeder, zelfs als ze daarvoor hun eigen leven moeten opgeven. Isabel komt daartegen in opstand en eist het recht op om haar eigen weg te gaan, maar in wezen worstelen broer en zus met hetzelfde generatieprobleem: de keuze tussen een hedendaags individualisme en de traditionele familiebanden, diepgeworteld in de katholieke Spaanse maatschappij.
Waren Carrasco's vorige romans nog door en door pessimistisch, in zijn jongste gloort er een sprankje hoop. De lyriek van zijn eerste boeken blijft deze keer grotendeels achterwege en dat is maar goed ook, want zijn schaarse pogingen daartoe ontaarden weleens in vergezochte vergelijkingen en ontsporende beeldspraak. Het boek is overigens subtiel doorspekt met plantenmetaforen. Juans dromen worden gesymboliseerd door het angstvallig gekoesterde stekje van een rododendron. Daartegenover staat, heel prozaïsch, de verwelkte hortensia die zijn moeder destijds van haar huwelijksreis heeft meegebracht, en het rouwcentrum waar zijn vader ligt opgebaard, is opgeleukt met een plastic palm.
De zoon heeft zijn herinneringen verdrongen, zijn dementerende moeder raakt ze gaandeweg kwijt en Terug naar huis vertelt hoe die twee vormen van geheugenverlies elkaar ontmoeten. Eenvoudige voorwerpen als een formica keukentafel, een versleten zeil en chocoglazen fungeren als houvast. Een glansrol is weggelegd voor de gezinsauto, een Renault 4 uit 1971. Het gammele wrak herinnert aan de zomervakanties en zondagse uitstapjes van vroeger en symboliseert zorgeloos familiegeluk.
In zijn zintuiglijke, haast fysieke manier van schrijven heeft Carrasco een scherp oog voor de voorwerpen van alledag en een fijne neus voor onwelriekende geuren. Aan de hand van mottenballen, zweet- en bloemkoolluchtjes schetst hij een ontluisterend beeld van het dorpsleven in het Spaanse binnenland anno 2010. Zijn sobere stijl is behoorlijk efficiënt: in deze gezapig voortkabbelende roman gebeurt weinig tot niets en is de verstikkende sfeer van het platteland genadeloos benauwd.
Vertaald door Arie van der Wal, Amsterdam, Meulenhoff, 288 blz., 21.99 € (e-boek 12,99 €).
Verberg tekst