Het is soms moeilijk te geloven in deze dagen van Trump en fake news, van mislukte klimaatakkoorden en petjes die iets te hard 'make America great again' schreeuwen, maar ooit was Amerika groots. Dat was het althans in de dromen van generaties emigranten die de oversteek waagden. Van een vermoeid Europa zeilden ze naar een land waar alles kon. Waar de arme boer de luie aristocraat kon voorbij steken zolang hij maar de juiste pioniersgeest had. Waar Hollywood platinablonde barmeisjes als godinnen de diepblauwe lucht in tilde, boven de Californische palmbomen. Waar neon straalde in de woestijn, gangsters als filmsterren gevierd werden en de Twin Towers onverwoestbaar leken. Zelfs de maan bleek maar een Apollovlucht weg.
De achterblijvers in nederiger windstreken konden over dat Amerika dromen via de foto's in de glossy's. De Russen konden het continent haten wat ze wilden, niemand was immuun voor het glamoureuze Amerika van de fifties en de sixties. Zelfs een welgemanierde Engelse sf-schrijver als J.G. Ballard kreeg er sterretjes van in de ogen. Hij noemde die massaal gedeelde droom van vrijheid en de jacht op geluk 'de laatste grote illusie van de twintigste eeuw'.
Maar wat hij ook zag, zo rond het einde van de jaren 70, was een droom die op het punt stond te verpulveren. De oliecrisis was niet mals voor eigenaren van Cadillacs en privévliegtuigen. Blank en zwart stonden elkaar naar het leven, latino's knapten het vuile werk op. De dreiging van een kernoorlog bleef sluimeren. En filmster/president Ronald Reagan had geen zin in groene energie en vakbonden. Het sociale weefsel rafelde uit, de 'greed is good'-politiek van Wall Street kon weleens op een ramp uitdraaien.
Ballard, die kapitalisme verfoeide maar gefascineerd was door ecologie en technologie, zag het al voor zich: een woestenij Amerika, 'door een hebzuchtig volk beroofd van al zijn kolen en olie'. Een Amerika van na de zondvloed. Zijn pas vertaalde roman Hello America (1981) stort je in die sf-apocalyps.
Sahara
We schrijven 2114. De Amerikaanse droom is al langer dan een eeuw dood, gestorven toen de laatste inwoners het continent verlieten, terug naar Europa of Afrika. Verzwakt door de totale uitputting van grondstoffen stortte de Amerikaanse economie in. Rusland zag zijn kans schoon om zijn eigen klimaat te bevruchten en bouwde een dam in de Beringstraat. Die omkering van de arctische stroming veranderde de Oostkust van Amerika in een sahara, het Westen in een tropisch regenwoud. New York, ooit het centrum van 's werelds bedrijvigheid, werd een fossiel bedekt met zand, 'even ver weg van de werkelijke wereld als Persepolis of Pompeii'.
Toch is het in die havenstad met een miljoen blikkerende lege ramen dat een Europese expeditie aan land gaat. De reden: een verontrustende meting van radioactiviteit in het Midwesten. Is het oude kernarsenaal ontploft, zijn centrales gaan lekken? Twee atoomgeleerden, kapitein Steiner, de briljante scheepstechnieker McNair en de jonge verstekeling Wayne wagen hun leven om het antwoord te vinden. Voor Wayne, afstammeling van een verloren Amerikaanse vader en fan van pop-Americana, is dit het avontuur van zijn leven. Volgens McNair kan zijn brandende ambitie van hem weleens de vijfenveertigste president van een nieuw Amerika maken. 'Van verstekeling tot het Witte Huis, er zijn gekkere dingen gebeurd'.
Die gekkere dingen vindt de expeditie onderweg, waar ze groepjes Amerikaanse nomaden ontmoeten met namen als Heinz, Xerox en Pepsodent. Verroeste reclameborden zijn hun enige scholing, hun grootste angst de 'visioenen' die aan de nachtelijke hemel verschijnen. Als Wayne en co Las Vegas bereiken vinden ze een lege stad badend in neon, een 'elektrisch paradijs' dat de junglevegetatie in de straten in een gouden gloed zet. Aan de knoppen van dit stedelijk relict zit de neurotische president Manson. Zijn taskforce bestaat uit jonge latino's. De Europeanen zullen ontdekken dat Manson nog wat meer kan dan nachtelijke visioenen oproepen. Valt Amerika nog te redden als hij zijn wanen vrij spel geeft?
Panorama
Hoe Ballard er vandaag over zou denken weten we niet, maar in 1981 had hij nog een dosis optimisme in petto. En misschien komt het door zijn liefde voor Marvel-comics dat de roman bevolkt is met personages die zo uit een strip lijken te komen. Ze zijn even vlak en lineair als Lois Lane en grossieren in clichés. Zie bijvoorbeeld de 'beeldschone' blonde atoomgeleerde Anne Summers, die meer belangstelling lijkt te tonen voor vintage cocktailjurkjes dan voor seismografische activiteit.
Hallo Amerika overtuigt wél met zijn technologische verbeeldingskracht en zijn beschrijving van bijzondere panorama's - 'een stalen hemel met ramen die openden op het niets' of 'iriserende bomen tegen een achtergrond van eindeloze buitenwijken en fabrieken, allemaal even stil en vergeten onder een mantel van glazig licht'.
Ballard heeft ideeën zat en zijn kritiek op een cultuur van lege symbolen en consumentisme staat ook in 2018 als een huis. Alleen mist zijn schrijven diepgang en een roman kan niet zonder. Als scenario voor een sf-film zou dit boek wonderwel werken, en nu Netflix er regisseur Ridley Scott op wil loslaten kun je maar het beste hopen. Hallo Amerika heeft dat ene mirakel nodig. Grootse Amerikaanse dromen, die moet je zo lang het kan in leven houden.
Vertaald door Robbert-Jan Henkes, Lebowski, 250 blz., 22,50 € (e-boek 8,99 €). Oorspronkelijke titel: 'Hello America'.
Verberg tekst