Dit derde deel uit de serie ‘De Wilde Voetbalbende’* laat de 10-jarige ik-figuur Vanessa haar verhaal vertellen. Ze is voetbalfanaat en wil de eerste vrouw worden die in het Nederlands elftal speelt. In Maastricht is ze met veel moeite lid van een jongenselftal geworden. Als ze met haar vader (moeder is overleden) naar Amsterdam verhuist, wordt de strijd om een plek in een plaatselijk jongenselftal er bijna een op leven en dood. De jongens halen haar letterlijk en figuurlijk op pesterige wijze voortdurend onderuit. Met vooropgezette bedoeling nodigt ze al haar plaaggeesten uit voor haar verjaardagsfeestje. Daarbij weet ze in een minivoetbaltoernooi in haar tuin te bewijzen dat ze wel degelijk een aanwinst is voor het voetballende ploegje macho’s. De uitgebreide verslagen van potjes voetbal halen paradoxaal genoeg wat vaart uit dit verhaal. De tientallen expressieve, zwart-witte pentekeningen met grijstinten verbeelden in hun slapstick-stripstijl de vaak woelige en kolderieke scènes in het verhaal. Voor voetballiefhebbers vanaf ca. 9 jaar.