Details
447 p. : ill.
Besprekingen
De Standaard
In die wereld komen de asielzoekers aan. Memed is een Iraanse automonteur die gevlucht is omdat hij betere medische zorg voor zijn dochtertje zoekt. Memed staat voor iedereen klaar met zijn gereedschapskist, en de dominee geeft hem onderdak. Als het meisje overlijdt, is het hele dorp in rouw. Naast Memed
wordt ook de Iraanse vrouw Pari uitgebreid gevolgd. Zij is moslima, schrijft stukjes voor deZwolse Courant over haar leven als asielzoeker en stapt van het bed van Jaap in dat van Piet in dat van Harold. Haar man steekt haar bijna dood. Abdolah heeft het sentiment nooit geschuwd in zijn werk, en dat hóeft ook niet, maar hier lijkt het wel alsof het verhaal zelfs geen intrinsieke reden meer hoeft te hebben om sentimenteel te worden.
Borrels en buikdanseressen
Memed en Pari krijgen nog wel een complex karakter mee, maar de andere vreemdelingen blijven steken in hun sjabloon. Ze geloven in dromen, want dat is nu eenmaal zo in hun cultuur, en alle mannen onderwerpen graag hun vrouw; zelfs de zachtmoedige Egyptenaar Khalid, die door zijn werkgever Bordewijk als kunstschilder in de homowereld wordt geïntroduceerd, is op zijn best als hij zijn Hollandse vriendin Iris 'stevig vast greep en veranderde in een wild beest'. Natuurlijk moet zij dan (voor de vorm) roepen 'wat ben je aan het doen, ben je gek geworden of zo?'. Maar: 'Ze kreeg geen kans om te protesteren.' Jaja, die Arabische en Perzische mannen toch, dat zijn pas kerels, zie je de schrijver denken.
Nederlandse mannen drinken te veel borrels en roken daar een sigaar bij, dwingen hun vrouw om ook te drinken en zien in iedere vrouwelijke asielzoeker een exotische buikdanseres. Abdolah grossiert in gemeenplaatsen. En waar uitvergroting in magisch-realistische literatuur goed kan werken, pakt het bij Abdolah vooral naïef uit.
Tegen het einde probeert hij nog iets van urgentie in de roman te brengen. In de VS worden de Twin Towers vernietigd, en in Nederland worden Pim Fortuyn en Theo van Gogh vermoord. Het politieke klimaat rond asielzoekers en vreemdelingen
uit moslimlanden verandert ingrijpend, maar verder dan die constatering komt Abdolah niet. Hij schrijft dan zinnen die rechtstreeks uit een schoolboek lijken te komen: 'Er werden nieuwe boeken gepubliceerd die qua sfeer van de traditionele Nederlandse literatuur afweken.' Geen duiding of diepere betekenis, laat staan dat er enige beweging komt in het verhaal. De titelPapegaai vloog over de IJssel suggereert een stroom die de personages meevoert, maar de lezer maakt kennis met een stilstaande poel. Dat komt ook doordat het de schrijver aan stilistische finesse ontbreekt. Zijn zinnen staan vol nadrukkelijke herhalingen, overbodige uitweidingen en onelegante formuleringen. Helaas, de grote magisch-realistische roman over de ingewikkelde levens van asielzoekers in Nederland moet nog worden geschreven.
KADER ABDOLAH
Papegaai vloog over de IJssel.
Prometheus, 446 blz., 19,95 ? (e-boek 11,99 ?).
¨¨èèè
Maria Vlaar ■