Kallocaïne : roman uit de eenentwintigste eeuw

Kallocaïne : roman uit de eenentwintigste eeuw
Andere formaten:
Besprekingen
Altijd paraat voor de Staat
In de toekomstroman Kallocaïne heeft het individu geen plaats. Een waarheidsvaccin pakt echter anders uit dan verwacht.
Deze tijd vol paranoia, met een mensheid onder camerabewaking, is bij uitstek het moment om een bescheiden klassieker in het dystopische genre te ontdekken: Kallocaïne (1940) van de Zweedse Karin Boye (1900-1941).
'De Staat is alles, het individu is niets'. Dat is de overtuiging van Karin Boyes antiheld Leo Kall. De wetenschapper woont in Chemiestad nr. 4, een van de kennishubs van een niet nader gedefinieerd Wereldrijk. Hij is getrouwd met Linda, vader van twee kinderen, en leeft zijn leven met een 'politie-oog' (zeg maar CCTV) in de slaapkamer. 'Medesoldaten' heten de burgers van het Wereldrijk, ze zijn cellen in een groter organisme en worden van in de kleuterklas gedrild tot gehoorzaamheid.
Al te hechte relaties, zelfs die tussen koppels, worden gewantrouwd, en Kall vindt het goed zo. Het verlangen om iemand voor jezelf te hebben, met intieme geheimen die de band met de Staat verzwakken: het is asociaal. 'Het individueel-sentimentele is een illusie, een gevaa…Lees verder
KARIN BOYE Kallocaïne
BOEKENBAL
****
Meer dan tachtig jaar geleden schreef Karin Boye (1900-1941), één van de meest onderschatte Zweedse dichteressen, dit dystopische meesterwerk, dat onterecht in de vergetelheid is geraakt. De chemicus Leo Kall fabriceert een waarheidsserum waarmee een totalitair regime afwijkende meningen en criminele voornemens kan opsporen. De vergelijking met ‘Brave New World’ van Aldous Huxley en ‘1984’ van George Orwell ligt voor de hand, maar ‘Kallocaïne’ lijkt meer op ‘Het proces’ van Franz Kafka en ‘Wij’ van Jevgeni Zamjatin, die de
ontmenselijkende bureaucratie van respectievelijk OostenrijkHongarije en de Sovjet- Unie als aanleiding gebruiken om thema’s als gerechtigheid, lichamelijkheid en dierlijkheid aan te boren. Op dezelfde manier gaat Boye in dit boek over angst en vernedering op zoek naar wat ons tot mens maakt, zoals verbeelding, creativiteit, rebellie en liefde. Dit onheilspelle…Lees verder
Kallocaïne
Eerste zin. Het boek dat ik op het punt sta te gaan schrijven moet velen zinloos overkomen.
Chemicus Leo Kall is in zijn element: eindelijk mag hij zijn waarheidsserum op mensen uittesten. Als het werkt, dan zal dat de Wereldstaat zeker ten goede komen. Nu is het juridisch apparaat namelijk overbelast: kameraden verklikken elkaar en al die klachten moeten onderzocht worden via tijdrovende ondervragingen en foltersessies.
De resultaten zijn bemoedigend én verontrustend: verdachten spreken plots de waarheid, maar die bekentenissen brengen ook complotten aan het licht. Kall en zijn toezichthouders vrezen dat er een netwerk van dissenten bestaat – mensen die er ouderwetse ‘gevoelens’ op na houden en openhartig met elkaar communiceren. Kortom: mensen die hunkeren naar vrijheid, een walgelijk ouderwets concept dat uitgeroeid moet worden. Maar nu Kallo een glimp van een andere wereld heeft opgevangen, begint hij zelf de Staat in vraag te stellen. Wat als híj onderworpen wordt aan zijn uitvinding?
Een dystopie met alomte…Lees verder
De waarheid, niets dan de waarheid
Beklemmend is de dystopische roman die Karin Boye schreef in 1940. En nog steeds is Kallocaïne een boek om zonder pauze uit te lezen, aldus Joke de Wolf.
Hoe zou het zijn om een waarheidsserum te bezitten, een middel waardoor iemand onmogelijk nog kan liegen? Rond die vraag schreef de Zweedse Karin Boye in 1940 de beklemmende en tegelijk hoopvolle roman Kallocaïne. Het verhaal speelt in een donkere toekomst waarin mensen onder de grond wonen uit angst voor oorlog met een andere grootmacht, waar ze overal afgeluisterd worden en alles in dienst moeten stellen van de Wereldstaat.
Karin Boye (1900-1941) schreef het boek in de zomer van 1940, 'in één lange ingeving, zonder pauze', aldus het Nederlandse nawoord. Boye groeide op in een intellectueel gezin, vanaf 1922 publiceerde ze gedichten, romans, verhalen, essays en vertaalde ze boeken uit het Engels en Duits. Waarschijnlijk las ze ook de roman Wij van Jevgeni Zamjatin uit 1924, de eerste dystopische roman die ook Orwell als inspiratiebron noemde voor zijn 1984.
In 1928 had Boye een lange reis door de Sovjet-Unie gemaakt. Ze had grote verwachtingen van …Lees verder