Boek

Het bos en de rivier : over Anselm Kiefer en zijn kunst

Het bos en de rivier : over Anselm Kiefer en zijn kunst
×
Het bos en de rivier : over Anselm Kiefer en zijn kunst Het bos en de rivier : over Anselm Kiefer en zijn kunst
Boek

Het bos en de rivier : over Anselm Kiefer en zijn kunst

Nederlands
2025
Volwassenen
‘Er zijn mensen die zo beroemd zijn dat je niet verwacht ze ooit te ontmoeten, het is alsof ze leven in een ander universum. […] Ook kunstenaars kunnen dat effect hebben, maar dan op een bijzondere manier. Bij hen is hun werk bekender dan hun uiterlijk. Anselm Kiefer is meer dan alle andere kunstenaars van onze tijd zo’n kunstenaar, omdat zijn werk zo monumentaal is, zo geladen met tijd, zo belade…

‘Er zijn mensen die zo beroemd zijn dat je niet verwacht ze ooit te ontmoeten, het is alsof ze leven in een ander universum. […] Ook kunstenaars kunnen dat effect hebben, maar dan op een bijzondere manier. Bij hen is hun werk bekender dan hun uiterlijk. Anselm Kiefer is meer dan alle andere kunstenaars van onze tijd zo’n kunstenaar, omdat zijn werk zo monumentaal is, zo geladen met tijd, zo beladen met geschiedenis, terwijl het private, kleine en persoonlijke compleet ontbreekt.’

Aan het woord is Karl Ove Knausgård, die Anselm Kiefer op vele plaatsen ter wereld ontmoette, onder andere in Donaueschingen, zijn geboorteplaats, en in zijn gigantische studio in Parijs, waar hij woont en werkt. Hij sprak met Kiefer over zijn kunst, in een poging te begrijpen wat die met ons doet en waar die uit voortkomt. Hoe kunnen beelden zonder mensen een menselijke lading krijgen? Hoe kan een leeg landschap geladen zijn met geschiedenis? Wat is de relatie tussen kunst en de kunstenaar? En wie is Anselm Kiefer?

Persoononderwerp Kiefer, Anselm
Titel Het bos en de rivier : over Anselm Kiefer en zijn kunst
Vertaler Michiel Vanhee
Vertaler Sofie Maertens
Fotograaf Paolo Pellegrin
Taal Nederlands, Noors
Oorspr. taal Noors
Oorspr. titel Skogen og elva: om Anselm Kiefer og kunsten hans
Uitgever Amsterdam: Athenaeum, 2025
170 p. : ill.
ISBN 9789025318314
Plaatsingssuggestie Duitsland 707.8 (SISO)
Beeldende kunstenaars (ZIZO)

De Standaard

Kiefers onzeker makende hartelijkheid
Geert Van Der Speeten - 05 april 2025

De Noorse veelschrijver en chroniqueur Karl Ove Knausgård verdiept zich graag in het werk van kunstenaars. Met een voorkeur voor monomanen. Na Edvard Munch, over wie hij zelfs een tentoonstelling cureerde, buigt hij zich nu over de Duitse schilder Anselm Kiefer.

In Kiefer ziet Knausgård een soort Midasfiguur: alles wat hij aanraakt, verandert in kunst. Geboeid door zijn onuitputtelijke werkappetijt en zijn overdonderende, “onmenselijke” doeken stuurt hij hem een brief: of hij enkele aquarellen mag gebruiken als illustratie voor een boek? Pas zes maanden later krijgt hij antwoord. Dat bevat meteen ook een uitnodiging voor een lunch en een bezoek aan het atelier van de kunstenaar.

Het wordt de start van een pelgrimage die vijf jaar in beslag neemt. Met het excuus dat hij een tekst voor The New York Times Magazine voorbereidt, volgt hij Kiefers pad. Naar New York, waar de kunstenaar samen met Mario Vargas Llosa een onderscheiding krijgt, naar Kopenhagen en Londen voor tentoonstellingen, naar Freiburg waar Kiefer studeerde en een eredoctoraat in ontvangst neemt, naar zijn geboortehuis in Donaue­schingen. Hij ziet hoe Kiefer vloeibaar lood over zijn doeken giet. Stapt samen met hem en zijn assistent in een privéjet, en hoort de schilder meermaals het riedeltje opdreunen “dat hij opgroeide tussen het bos en de rivier”. Wat prompt ook de titel van dit boek oplevert.

Virtuoze lichtheid

Kiefers hartelijkheid maakt Knausgård onzeker. Hoe kan het dat deze diepzinnige kunstenaar zo vaak lacht en grapjes maakt? Is zijn gedrag spel? Zo lijkt het wel als hij erachter komt dat Kiefer telkens hetzelfde toneeltje opvoert als hij iemand voor het eerst in zijn atelier laat ronddwalen. Precies op het juiste moment, als de bezoeker murw geslagen is door wat er in de immense hal opgeslagen ligt, komt hij aangefietst om dag te zeggen.

Knausgård raakt in de ban van de zelfbewuste Kiefer en hoe de bijzondere zwaarte van zijn kunst tot stand komt met virtuoze lichtheid. Hij probeert hem los te weken van het kunstperanto: het taaltje dat galeriehouders, museumdirecteurs en recensenten hanteren.

Dat mondt uit in een knap, vaak vermakelijk relaas van de schrijver die peilt naar de mens achter de kunstenaar. Een zoektocht die er eigenlijk niet toe doet, ontdekt Knausgård. De asse, het stro, het bladgoud en het lood op Kiefers doeken krijgt hij niet op die manier gelezen. Wat hij ontdekt, is een verborgen, niet te lokaliseren plek: die waar Kiefer voor zijn kunst én in zijn kunst leeft.

De Volkskrant

Knausgård is wanhopig op jacht naar een bromance.
Anna Van Leeuwen - 08 maart 2025

Schrijver Karl Ove Knausgård is fan van kunstenaar Anselm Kiefer. En dat is zacht uitgedrukt. De Noor (56) beschouwt de Duitser (80) als zo'n grote held dat hij het onwerkelijk vindt de man te ontmoeten. Toch lukt dat. Omdat Knausgård belooft een artikel over Kiefer te schrijven, spreken ze elkaar zelfs een paar keer. Voor Knausgård is dat niet genoeg. Als fan wil hij zo graag dat hier een bromance uit voortkomt dat hij daarvoor in de gekste dingen aanwijzingen ziet, blijkt uit het boek dat hij erover schreef: Het bos en de rivier. (De vertaling verschijnt nu Kiefers expositie in Stedelijk Museum en Van Gogh Museum is geopend.) Vraagt Kiefer de schrijver bijvoorbeeld of hij vaak in Kopenhagen komt, dan beschrijft Knausgård hoe hij 'bijna bezweek onder het gewicht van deze nieuwe sociale werkelijkheid, waarin hij me behandelde als een vriend of een zoon.' Pardon? Intussen blijft Kiefer Karl genadeloos 'Klaus' noemen en blijft hij ondanks zijn ernstige kunst veelvuldig giechelen. Knausgård worstelt ermee man en kunst te verenigen. Maar vooral wil hij dus Karl en Anselm verenigen. Climax van het boek (spoileralert) is dat de mannen tijdens een wandelingetje ertussenuit knijpen om te plassen. Ook hierover lezen we meer dan we zouden willen: 'De sneeuw [was] nu doorboord met gele gaten.'

Knack

Een oude meester uit Duitsland
Roderik Six - 05 maart 2025

In Het bos en de rivier neemt het Noorse literaire instituut Karl Ove Knausgård een Duits instituut onder de loep: Anselm Kiefer en zijn overweldigende kunst.

Samen met Gerhard Richter behoort Anselm Kiefer al decennia tot de meest vooraanstaande kunstenaars die Duitsland ooit heeft voortgebracht. Maar in tegenstelling tot zijn collega kan Kiefer op weinig appreciatie rekenen in zijn geboorteland. ‘De critici zijn dol op Richter’, zegt Kiefer. ‘Bij mijn expo’s zijn de recensies altijd vernietigend. Te groot, te pompeus. Ik sta er niet meer bij stil. Ik maak geen tentoonstellingen meer in Duitsland.’

Kiefers verhouding met Duitsland is altijd problematisch geweest. Al met zijn afstudeerproject toonde hij zich zeer kritisch tegenover het oorlogsverleden: in een fotoreeks bracht Kiefer de Hitlergroet in verschillende Europese landen die tijdens WO II door Duitsland waren bezet. Zijn messcherpe analyse van de Duitse erfschuld werd hem niet in dank afgenomen. Maar het zal Kiefer worst wezen. Ondertussen heeft hij de wereld veroverd en vanaf 7 maart palmt hij maar liefst twee Amsterdamse musea in: het Stedelijk Museum én het Van Gogh Museum geven Kiefer een erepodium.

Naar aanleiding van deze prestigieuze expo’s verschijnt nu Het bos en de rivier van Karl Ove Knausgård, de Noorse auteur die wereldberoemd werd met zijn romancyclus Mijn strijd. In dit geïllustreerde relaas vertelt Knausgård over zijn ontmoetingen en ontluikende vriendschap met Kiefer, een man die ondanks zijn ernstige imago een ware lachebek blijkt. Knausgård bezoekt zijn Parijse atelier, vliegt mee in Kiefers privéjet en mag met de kunstenaar op audiëntie bij erfprins Christian Joachim Maximilian van Fürstenberg, een kasteelheer die Kiefer prompt een landgoed aanbiedt om een nieuw atelier neer te poten.

Met een haviksoog loert Knausgård mee over Kiefers schouder en dit literaire portret biedt een unieke inkijk in zijn werk en ziel. Kiefer heeft ondanks zijn leeftijd – hij wordt tachtig – nog steeds de vinger aan de Europese pols: ‘Er is van alles gaande in Polen, Duitsland en Hongarije. Het ligt verscholen in het moeras, een moeras vol beangstigende dingen. Vroeg of laat komt het naar boven – er ontbreekt nog enkel een marsbevel.’ Of hoe goede kunstenaars altijd een beetje visionair zijn.

Trouw

Vermakelijke ontmoetingen tussen schrijver en kunstenaar
Wybo Algra - 08 maart 2025

'Hebt u een helikopter?' Het is maar één van de ontregelende momenten tijdens de eerste ontmoeting van kunstgrootheid Anselm Kiefer en schrijver Karl Ove Knausgard, in de reusachtige loods net buiten Parijs waar Kiefer werkt én woont. Nee, een helikopter heeft Knausgard niet.

Hij zou er een moeten hebben, vindt Kiefer. Hij is welkom een keer mee te vliegen. Daar komt het nooit van in de daaropvolgende vijf jaar waarin de mannen elkaar nu en dan treffen, het weer zit steeds tegen.

Beiden zijn van het grote gebaar. Knausgard (1968) verwierf internationale faam met de zes lijvige delen van zijn autobiografische romancyclus Mijn strijd. Kiefer (1945) bereikte een sterrenstatus met reusachtige beeldhouw- en schilderwerken, waarbij de Tweede Wereldoorlog en het nazisme nooit ver weg zijn.

De overtreffende trap blijkt ook uit de dubbelexpo in Amsterdam in zowel het Stedelijk Museum als het Van Gogh Museum: een unicum.

Het contact begon met een brief van Knausgard aan Kiefer, en eindigde in 2021 met het nu in het Nederlands vertaalde Het bos en de rivier. In de tussenliggende jaren bezocht de schrijver evenementen waar Kiefer optrad, was hij te gast bij een reeks diners, en bezocht hij met de kunstenaar een bevriende gravin in haar ook al zo reusachtige paleis in Kiefers geboortestad Donaueschingen. En hij ging naar Kiefers 40 hectare grote ateliercomplex in het Franse Barjac, met zijn ondergrondse gangen en bovengrondse blokkentorens.

Leert hij de kunstenaar werkelijk kennen? Aanvankelijk noemt die hem hardnekkig Klaus (uit Finland?). Na verloop van tijd begroet hij Knausgard hartelijk met zoenen op beide wangen, iets waar de laatste zich hoogst ongemakkelijk bij voelt. Aan het einde van die vijf jaar zit Knausgard bij weer zo'n diner allang niet meer aan de hoofdtafel maar aan het uiteinde van een kleinere tafel, en vraagt Kiefer wie hij is. Een grapje? Knausgard durft het niet te zeggen.

Maar doet het er eigenlijk toe wie de kunstenaar is, zijn de kunstwerken niet zelfstandige entiteiten los van de afzender? Die vraag probeert Knausgard pagina's lang te beantwoorden. Een eenduidige - of handzaam samen te vatten - conclusie leveren de essayistische passages niet op. Maar ze contrasteren mooi met de beeldende, vaak vermakelijke beschrijvingen van de kunstenaar.

Voor wie de exposities wil bezoeken, is deze handzame Knausgard, met werk van Kiefer, een prima opwarmertje.