Slijmbal, Superman en Soepjurk
×
Slijmbal, Superman en Soepjurk Slijmbal, Superman en Soepjurk
Nederlands
2013
Vanaf 9-11 jaar
Mattis heeft mucoviscidose. Dat is vervelend, maar het belet hem niet om samen met zijn vrienden op zoek te gaan naar de dader van een inbraak in het schuurtje van zijn overburen.
Genre Detectives
Onderwerp Mucoviscidose, Diefstal
Titel Slijmbal, Superman en Soepjurk
Auteur Kolet Janssen
Illustrator Chantal Peten
Taal Nederlands
Editie 1
Uitgever Hasselt: Clavis, 2013 (Andere uitgaven)
87 p. : ill.
ISBN 9789044819144

Leeswelp

Voor een groepswerk over kunst moeten Mattis en zijn vriend Victor samenwerken met Susanne, het nieuwe meisje in hun klas. Ze komen een paar keer samen en ontdekken zo dat er regelmatig een jongen rondhangt bij het huis van Mattis’ buren. Wanneer er bij de buren wordt ingebroken, is die jongen natuurlijk meteen de hoofdverdachte. De vrienden gaan op onderzoek uit om de dief te ontmaskeren. Maar dan wordt Mattis, die aan mucoviscidose lijdt (of taaislijmziekte — vandaar zijn bijnaam ‘slijmbal’) plots ziek en moet hij een paar weken naar het ziekenhuis…
Of de vrienden er alsnog in slagen de inbreker te vatten, ontdek je in het voorlaatste hoofdstuk.
De tekeningen van Chantal Peten zijn louter illustratief en lijken vooral bedoeld te zijn om de tekstblokken af en toe te doorbreken. Haar speelse aquarellen verliezen bovendien een deel van hun charme doordat ze in zwart-wit zijn afgedrukt.
Kolet Janssen schreef dit boekje op vraag van de Belgische Mucovereniging en dat merk je. Hoewel de ziekte van Mattis niet het hoofdthema is van deze detective op kindermaat, is het verhaal doorspekt met informatie over muco. Zo leren we onder meer dat mucopatiënten geregeld moeten aerosollen en naar de kinesist gaan, veel pillen slikken, dat ze vaak slijmen ophoesten, sneller koorts hebben, baat hebben bij vettig eten enz. Alle informatie is accuraat, maar naar mijn gevoel wordt de vaart wat te vaak uit het verhaal gehaald voor een zoveelste ‘weetje’ over Mattis’ ziekte. Dat resulteert een paar keer in erg gekunstelde dialogen. Alleen de passage waar de dood ter sprake komt, lijkt daaraan te ontsnappen: '"Ik vind doodgaan maar iets raars," zei Mattis. "Ik kan het me niet voorstellen." "Niemand kan het zich echt voorstellen, maar toch gebeurt het," zei papa. "Maar als alles goed gaat pas op het einde van een lang leven." "En als het niet goed gaat?" vroeg Mattis. Hij keek strak voor zich uit. Papa antwoordde niet meteen. "Er zijn ook jonge mensen die doodgaan."'
Gezien de nog steeds beperkte levensverwachting van mucopatiënten is het niet meer dan logisch dat ook dit thema aan bod komt — er omheen fietsen zou de realiteit oneer aandoen. Dat de dood hier op zo’n rechttoe rechtaan manier ter sprake komt, staat echter in schril contrast met de soms al te zeer opgeleukte passages over de ziekte zelf. Het boek had vast baat gehad bij wat meer van dit soort geloofwaardige dialogen.
Hoewel er ruimschoots plaats is voor de angsten en ongemakken die onvermijdelijk gepaard gaan met een leven als mucopatiënt, is dit geen triest verhaaltje over een zieke jongen. Mattis, Victor en Susanne vormen een vrolijk drietal en de manier waarop ze met elkaar omgaan, elkaar plagen en samen op zoek gaan naar de mysterieuze inbreker sluit mooi aan bij de leefwereld van het doelpubliek. De grootste verdienste van Janssen is dan ook dat ze met Slijmbal, superman en soepjurk bovenal een positief boek over vriendschap heeft geschreven. [Annemiek Seeuws]

Pluizer

Slijmbal, superman en soepjurk
Tinne Geuens - 22 januari 2015
In het huis van de overburen van Mattis is er van alles gaande. Mattis ziet overdag vaak een jongeman rondsluipen en op een nacht is er een poging tot inbraak. Mattis word wel erg nieuwsgierig door deze gebeurtenissen. Wanneer hij dit aan zijn vrienden waarmee hij samen een groepswerk rond “kunst” maakt vertelt, besluiten ze met zijn drieën op onderzoek te gaan.
Ze houden de overburen nauwgezet in de gaten en krijgen zelfs de kans om er binnen te gaan om Gino op te zoeken. Gino is de zoon van de overburen en speelt trompet. Ze willen hem vragen dit in hun klas te komen doen, voor de presentatie van het groepswerk. Zou het niet supercool zijn als Gino daar The Last Post kon komen spelen? Ze zijn dan ook heel blij wanneer Gino met hun voorstel instemt. Zijn oma is net overleden en hij wil zijn gedachten wel eens verzetten. Bij zijn zus kan hij niet terecht, want die heeft het veel te druk met haar eigen liefdesleven. In zijn oude school trompet gaan spelen, lijkt hem dus wel wat.
Dan krijgt Mattis koorts. Omdat hij al heel zijn leven mucovscidose heeft - taaie slijmen in zijn longen - moet hij twee weken in het ziekenhuis blijven. Intussen houden Victor en Susanne hem op de hoogte van het onderzoek naar de inbreker. Ze tekenen schoenzolen over, doen een buurtonderzoek … Zullen ze de dief uiteindelijk ontmaskeren?
Dit vrolijke verhaal over drie vrienden bevat heel wat inforamtie over de ziekte mucoviscidose, zonder dat je het gevoel krijgt dat deze je opgedrongen wordt. Het is mooi geschreven, met aanvullende toffe en eenvoudige potloodtekeningen.