Op een dag krijgt Zebedeus de Beer een ganzenbord toegestuurd van ene Wisse. Hij besluit het spel te gaan spelen. Hij verlaat zijn huis en gaat op reis, een gans achterna. Hij heeft bijzondere ontmoetingen en belandt op bijzondere plekken, zoals de buik van een walvis en de Zevende Hemel. Hij leert steeds meer over zichzelf en over het leven. Dit speelse en fijnzinnige filosofische reisverhaal gaat over het belang van vrijheid en van keuzes durven maken, en over de kunst van het loslaten. Zo heeft Zebedeus in het begin vaak heimwee naar zijn huis op de berg, maar geeft hij zich steeds meer over aan dit reisavontuur: het leven is er om gespeeld te worden. De stijl is lichtvoetig, met veel taalgrapjes en (literaire) verwijzingen en knipogen. De vele kleurrijke illustraties passen goed bij de sfeer van het verhaal en geven Zebedeus extra karakter. Een bijzonder verhaal dat zich op meer niveaus laat lezen. Vanaf 9 jaar.