Fernao de Magelhaes vertrekt in 1519 met vijf schepen en 250 manschappen vanuit Sevilla: op weg naar de specerij-eilanden (in het Indonesië van nu). Hij heeft dan met grote vasthoudendheid, obsessie bijna, de jarenlange afwijzing door de Portugese en Spaanse koningen en de verbeten tegenstand van jaloerse hovelingen en ambtenaren overwonnen. Wat hem nog te wachten staat aan gevaren, is onwaarschijnlijk: de zee, de route, de (meteen al muitende) bemanning, de financiële en fysieke risico's. En, wat meer is, hij vertrekt naar een fabelwereld, die tot dan toe alleen maar is vormgegeven door heftig bijgeloof. Landkaarten zijn abstracties, voor navigatie onbruikbaar. Door alsmaar in westelijke richting te varen hoopt hij ergens te komen. Drie jaar later keert één schip terug, met nog 18 man aan boord. Ze zijn huns ondanks rond de aardbol gevaren, door 'de krochten van de menselijke ziel'. Dit is een buitengewoon gedetailleerd verslag van de belevenissen, met een ware schat aan informatie, en geschreven met veel kennis van zaken, flair en betrokkenheid. Spannend bovendien van begin tot eind. Verberg tekst