De Kapellekensbaan
Het Geuzenboek
Kroniek over de opstand, strijd en ondergang der Geuzen in de zuidelijke Nederlanden tussen 1500 en 1585.
Details
Genre
Historische literatuur
Onderwerp
Geuzen,
Vlaanderen ; 16de eeuw,
Beeldenstorm
Titel
Het Geuzenboek / Louis Paul Boon ; teksteditie en nawoord Kris Humbeeck, Brit Kennis, Ernst Bruinsma ... [et al.]
Auteur
Louis Paul Boon
Redacteur
Kris Humbeeck
Redacteur
Britt Kennis
Redacteur
Ernst Bruinsma
Taal
Nederlands
Uitgever
Utrecht: De Arbeiderspers, 2013 (Andere uitgaven)
814 p.
814 p.
ISBN
9789029583916
Besprekingen
Leeswolf
Het motto van Het Geuzenboek laat er geen twijfel over bestaan hoe Boon de Vlaamse zestiende eeuw…
Het motto van Het Geuzenboek laat er geen twijfel over bestaan hoe Boon de Vlaamse zestiende eeuw ziet: ‘Te midden van de wanorde, in de tijd voorspeld in de tweede plaag van het Boek der Openbaringen, wanneer de Satan vrij spel zal hebben op aarde.’ (cursivering L.P. Boon). Daarin schuilt ook meteen Boons pessimistische visie op het centrale thema van dit boek: de mogelijkheid van een (Vlaamse) opstand tegen het monsterverbond van twee Habsburgse keizers (Karel V en Filips II) en de kerk. De zestiende eeuw: een tijd waarin ‘het volk uitgebuit werd, de brandstapels laaiden en de lijken aan de galgen bengelden.’
Boon kiest het kamp van de onderdrukten, wat licht af te lezen valt uit de woordkeus: de ‘ruggengraatloze’ edelen, de moedige opstandelingen, die ‘allen werden mishandeld, beroofd en vertrapt terzijde geslingerd.’ Indrukwekkend zijn de opsommingen van terdoodveroordeelden waarmee het boek bezaaid is: Boon noemt de slachtoffers met naam: ‘...het bevel om in Brugge twee dagen lang te branden aan dertien personen uit de Westhoek. Het waren Adiraen Brael uit Wincle ...’ De sterkte van dit boek ligt dan ook in die geëngageerde schrijfhouding, in de verontwaardiging van Boon. Maar daarin ligt ook het problematische van het werk: precies door die partijdigheid rijst het vermoeden dat misschien niet alles als historische waarheid moet worden beschouwd — voor zover we kunnen weten wat dat is.
De bezorgers van dit twintigste deel uit Boons 'Verzameld werk' gaan op die kwestie uitvoerig in, aan de hand van diens portret van Willem van Oranje. Bij Boon komt de held van de opstand naar voren als een windvaan, een opportunist, iemand die het op cruciale momenten aan moed ontbrak. Zijn houding, zo suggereert Boon, is er mede de oorzaak van dat de opstand van het Vlaamse volk mislukte. Boon, zo stellen de bezorgers, wil niet een historisch acuraat beeld van Oranje schetsen, maar de mechanismen ondergraven die ten grondslag lagen aan de constructie van de mythe van de edelmoedige staatsman. Boon als deconstructivist, als ontregelaar — herkenbare terminologie voor wie vertrouwd is met de nawoorden bij deze Boon-heruitgaven. De bezorgers herkennen in dit late werk tevens een belangrijk motief in Boons oeuvre: ‘keer op keer mislukt de opstand, waarna de geschiedenis haar fatale koers voortzet’. En de kiem voor die reeks mislukkingen ligt, zo blijkt uit een vroege versie van De bende van Jan de Lichte, al in de tijd van hertog van Alva. Die vaststelling is het begin van een antwoord op Boons grote vraag ‘hoe kon het zo mislopen met de moderne beschaving?’
Zo gezien past Het Geuzenboek veeleer in het literaire project van Boon dan in een rijtje naslagwerken over de zestiende eeuw. Desondanks: een hoogst lezenswaardig, opruiend Boonboek, voorzien van — alweer — een boeiend nawoord.
[Kris Lauwerys]
Boon kiest het kamp van de onderdrukten, wat licht af te lezen valt uit de woordkeus: de ‘ruggengraatloze’ edelen, de moedige opstandelingen, die ‘allen werden mishandeld, beroofd en vertrapt terzijde geslingerd.’ Indrukwekkend zijn de opsommingen van terdoodveroordeelden waarmee het boek bezaaid is: Boon noemt de slachtoffers met naam: ‘...het bevel om in Brugge twee dagen lang te branden aan dertien personen uit de Westhoek. Het waren Adiraen Brael uit Wincle ...’ De sterkte van dit boek ligt dan ook in die geëngageerde schrijfhouding, in de verontwaardiging van Boon. Maar daarin ligt ook het problematische van het werk: precies door die partijdigheid rijst het vermoeden dat misschien niet alles als historische waarheid moet worden beschouwd — voor zover we kunnen weten wat dat is.
De bezorgers van dit twintigste deel uit Boons 'Verzameld werk' gaan op die kwestie uitvoerig in, aan de hand van diens portret van Willem van Oranje. Bij Boon komt de held van de opstand naar voren als een windvaan, een opportunist, iemand die het op cruciale momenten aan moed ontbrak. Zijn houding, zo suggereert Boon, is er mede de oorzaak van dat de opstand van het Vlaamse volk mislukte. Boon, zo stellen de bezorgers, wil niet een historisch acuraat beeld van Oranje schetsen, maar de mechanismen ondergraven die ten grondslag lagen aan de constructie van de mythe van de edelmoedige staatsman. Boon als deconstructivist, als ontregelaar — herkenbare terminologie voor wie vertrouwd is met de nawoorden bij deze Boon-heruitgaven. De bezorgers herkennen in dit late werk tevens een belangrijk motief in Boons oeuvre: ‘keer op keer mislukt de opstand, waarna de geschiedenis haar fatale koers voortzet’. En de kiem voor die reeks mislukkingen ligt, zo blijkt uit een vroege versie van De bende van Jan de Lichte, al in de tijd van hertog van Alva. Die vaststelling is het begin van een antwoord op Boons grote vraag ‘hoe kon het zo mislopen met de moderne beschaving?’
Zo gezien past Het Geuzenboek veeleer in het literaire project van Boon dan in een rijtje naslagwerken over de zestiende eeuw. Desondanks: een hoogst lezenswaardig, opruiend Boonboek, voorzien van — alweer — een boeiend nawoord.
[Kris Lauwerys]
NBD Biblion
Redactie
Dit lijvige boek, in vier boeken onderverdeeld, verhaalt chronologisch en uitvoerig de zestiende…
Dit lijvige boek, in vier boeken onderverdeeld, verhaalt chronologisch en uitvoerig de zestiende eeuw in de Lage Landen. De auteur beschrijft het leven van vorsten en kerkelijke heren op realistische wijze. De karakters worden treffend neergezet. Boek een begint met de geboorte van Karel V te Gent, en eindigt in 1560. De vele politieke en godsdienstige twisten brengen land en volk aan de rand van de afgrond. In Gods naam zijn duizenden gelovigen vermoord en tal van gewelddaden gepleegd. De volksopstand vindt een hoogtepunt in de Beeldenstorm. Boek twee eindigt met de komst van Alva, hij moet de beeldenstormers straffen en het gezag herstellen. In boek drie staan de strijdende partijen tegenover elkaar, met over en weer successen en nederlagen. In het laatste boek lezen wij hoe de strijd verhevigt en uitloopt op de Tachtigjarige Oorlog. Voor wie geïnteresseerd is in vaderlandse geschiedenis, is dit boek het lezen meer dan waard. Kleine druk.