De hoofdfiguur van deze tweede roman van de Nederlandse schrijver (1960) is op zoek naar het geheim achter zijn mysterieuze vader die dood is gevonden bij een grafheuvel met een stukje varen in zijn linkerhand, een stukje steen in zijn rechterhand, een scharminkeltje van een hondje in zijn nabijheid en een meisje in blauwe zijde (zie de titel) in de buurt. Deze subtiele, van een bijna poëtische geladenheid voorziene attributen rond de dode bepalen de thematiek van het boek. Want de zoon vermoedt een geheim in het leven van zijn vader, die als militair in dienst van de VN in Korea werkte en daar de schijn van een betrokkenheid bij een oorlogsmisdaad achterliet. In de context van zijn baan in de textielhandel gaat ook de zoon naar Korea, om daar in een eindeloze zwerftocht het geheim achter zijn vader te kunnen ontraadselen. In het licht van zijn aan zichzelf gestelde opdracht wordt het kijken naar de mensen en de dingen in deze roman een opvallend motief, dat er zowel een gecompliceerd als fantasierijk karakter aan geeft, maar tegelijkertijd van de lezer een geconcentreerd inlevingsvermogen vergt. Paperback; kleine druk. Verberg tekst