Een dorp in bezet Tsjecho-Slowakije, 1944. Bill, een Britse krijgsgevangene, is gedetacheerd vanuit een werkkamp om regelmatig te helpen op een boerderij. Daar wonen Izabela (Izzy) en haar moeder. Izzy wordt verliefd op Bill en hij op haar. Op een gegeven moment besluiten ze samen te vluchten en haar vader en broer Jan op te zoeken die zich aansloten bij de partizanen. De vlucht, die zich situeert van juni 1944 tot maart 1945, wordt verteld door Izzy in de ik-persoon. Op hun vlucht ontmoeten ze andere mensen en wordt de kameraadschap met hen mooi en ontroerend beschreven. De auteur schetst realistisch en meevoelend het leven in een kamp voor krijgsgevangenen tijdens de Tweede Wereldoorlog, waar solidariteit, wreedheid en chantage naast elkaar bestaan. Telkens weer doen zich nieuwe, onverwachte situaties voor. De auteur slaagt erin daarbij de spanning op te drijven. Bij Bill en Izzy is er voortdurend de angst ontmaskerd te worden. Deze prachtig geschreven roman is het verhaal van een ongelofelijke en risicovolle overlevingstocht en van de liefde tussen twee mensen. Gebaseerd op een historische werkelijkheid. Een echte aanrader! Verberg tekst