De tweeling Piepel en Soeza wonen met hun ouders in een hol aan de rand van een vuilnisbelt. Ze zijn Boeboeks, wonderlijke wezentjes die het midden houden tussen Gremlins (verfilmd door Spielberg) en muizen. De grootste wens van Piepel is te kunnen vliegen en hij lijkt daar, met hulp van de blauwe droompilletjes van zijn opa in te slagen. Fantasieverhaal met een hoog realiteitsgehalte dat toch wel veel doorzettingsvermogen vereist vanwege de moeilijke en lange woorden bijv. glasvleugelpijlstaarten. Bijzonder is het gedeelte vanaf blz. 94 t/m 115. Letters en illustraties zijn in blauw uitgevoerd. Piepel heeft stiekem een pilletje genomen en maakt een vliegtocht die uitmondt in een nachtmerrie-achtige trip wanneer hij letterlijk belandt in de strip van zijn held 'vliegmuis'. Schrijver tracht, zonder moralistisch over te komen, te wijzen op de gevaren van verdovende middelen. Veel lezers zullen blijven steken bij die laag en de diepere betekenis niet doorgronden. Duidelijke zwartwit illustraties, sommige over twee bladzijden, waarbij goed zichtbaar is dat er twee tekenaars bij betrokken zijn; gekleurd omslag. Vanaf ca. 11 jaar. Verberg tekst