Historicus en Ruslandkenner Marc Jansen (onder andere 'Grensland') beschrijft hoe Rusland omgaat met zijn pijnlijke verleden. Hij toont aan dat onder Poetin de beeldvorming rond de Revolutie van 1917, de moord op de tsaar en zijn familie, de terreur onder Lenin en Stalin, de gewelddadige collectivisering, de Grote Vaderlandse Oorlog (1941-'45) en de naoorlogse terreur systematisch wordt gemanipuleerd. Elke bloedige episode wordt zodanig geframed dat zij past in een nieuw Groot-Russisch patriottisch narratief. Zo wordt wel eer gebracht aan de slachtoffers van 'repressie', maar zonder te specificeren wie de daders waren en waaruit repressie bestond. Van tsaar Nicolaas wordt weer een heilige gemaakt, terwijl tegelijkertijd Lenin en Stalin op een voetstuk blijven staan. Mensenrechtenorganisaties als Memorial worden tegengewerkt, heldendaden (met name in de Tweede Wereldoorlog, centraal thema in dit boek) worden gemythologiseerd, concrete bewijzen voor Stalins wreedheden worden weggemoffeld. Dit goed leesbare boek, met veel cijfers van dodelijke slachtoffers, kan een brede lezerskring boeien. Met zwart-witfoto's, een literatuurlijst en register op personen. Verberg tekst