Marcus Pfister is een icoon in de wereld van kinderboeken. Zijn oeuvre wordt achteraan in het boek – boek voor boek – even kort belicht. Je krijgt telkens één beeld uit het boek, de korte inhoud en de manier waarop hij de illustraties heeft gemaakt. Het is een heel beperkte uitleg zodat je weet met welke materialen hij aan de slag is gegaan, en of hij bijvoorbeeld gebruik heeft gemaakt van stempels of folie.

Het verhaal zelf vertelt eigenlijk wat je met een kwast allemaal kan doen. Per dubbele bladzijde wordt er een andere manier van gebruik voorgesteld, samen met een illustratie uit één van zijn vorige verhalen. De kwast is soms reusachtig groot, of heel klein, maar heeft altijd stijl. Het gaat van zwart-wit naar kakelbont, van gedetailleerd naar abstract, of van wazig naar scherp. Een echt verhaal kan je het echter niet noemen, omdat het blijft bij een opsomming van mogelijkheden, gecombineerd met figuren uit eerder boeken van Pfister.

Moeilijkere woorden worden niet geschuwd (kubistisch, natuurgetrouw, contourlijnen). Het boek voorlezen zonder duiding of extra uitleg zal voor jonge kinderen niet ideaal zijn. Als ze graag tekenen en schilderen en benieuwd zijn naar technieken, kan het mogelijk wel een deur openen om erover in gesprek te gaan.