AKO-prijswinnares Marente de Moor schreef een roman over de uitvinders van het einde van de negentiende eeuw. Knettergek voor hun tijd, visionair in onze ogen. Maria Vlaar
Met haar derde romanRoundhay, tuinscène heeft Marente de Moor de onbekende en interessante wereld tot leven willen roepen van Bell, Daguerre, Edison, Lumière: de grote, gedreven uitvinders van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. Elektriciteit, telefonie, fotografie en alle nieuwigheden en verworvenheden waarzonder we nu de wereld niet voor kunnen stellen, zijn ontdekt en uitgevonden in die spiltijd voor de cultuur en de wetenschappen. Met geestige zelfverzonnen reclameteksten trapt De Moor die tijdgeest vol op de staart: 'De nieuwste pantografen zetten niet alleen uw bewegingen op papier, ook uw hersenspinsels worden haarfijn gekopieerd, zodat u te allen tijde uw gedachten erop na kunt slaan!'
De Moor richt haar spotlight op Louis Le Prince, in de roman Valéry Barre geheten, geboren 1842, die het twee seconden durende filmpjeRoundhay Garden Scene (zie YouTube) maakte ver voordat Lumière en Edison patent aanvroegen op wat hún uitvinding zou gaan heten, en met d…Lees verder
Met haar derde romanRoundhay, tuinscène heeft Marente de Moor de onbekende en interessante wereld tot leven willen roepen van Bell, Daguerre, Edison, Lumière: de grote, gedreven uitvinders van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. Elektriciteit, telefonie, fotografie en alle nieuwigheden en verworvenheden waarzonder we nu de wereld niet voor kunnen stellen, zijn ontdekt en uitgevonden in die spiltijd voor de cultuur en de wetenschappen. Met geestige zelfverzonnen reclameteksten trapt De Moor die tijdgeest vol op de staart: 'De nieuwste pantografen zetten niet alleen uw bewegingen op papier, ook uw hersenspinsels worden haarfijn gekopieerd, zodat u te allen tijde uw gedachten erop na kunt slaan!'
De Moor richt haar spotlight op Louis Le Prince, in de roman Valéry Barre geheten, geboren 1842, die het twee seconden durende filmpjeRoundhay Garden Scene (zie YouTube) maakte ver voordat Lumière en Edison patent aanvroegen op wat hún uitvinding zou gaan heten, en met de eer gingen lopen. Het leven van Louis Le Prince is heerlijk materiaal voor een schrijver. Le Prince was onderweg naar Londen om zijn uitvinding te patenteren, toen hij spoorloos verdween in de trein tussen Dijon en Parijs. Twaalf jaar later werd zijn zoon Adolphe Le Prince, die uit was op eerherstel voor zijn vader, in New York doodgeschoten tijdens een jachtpartij.
Patent
Die dubbele verdwijning is het vliegwiel van De Moors fantasie. Verschijning en verdwijning, het geheim van film en fotografie, is het eigenlijke onderwerp van de roman. Hoe kun je iemand zien die niet meer leeft? Zegt een bewegend filmpje of iemand bestaat of bestaan heeft? Wat is binariteit, de blauwdruk van de computer, anders dan 'beeld en niet-beeld'? En, de hamvraag: kán iemand zomaar verdwijnen?
De Moor beschrijft met smaak Thomas Edison, bijgenaamd 'de verduisteraar', die vooral de uitvindingen van anderen patenteert en daarbij als Amerikaan aan het langste eind trekt, vóór de Europeanen. Zijn handelswijze zal de geschiedenis ingaan als de 'patentenoorlog'. De intrige rond Le Prince en de strijd om patenten tussen hem en Edison ontrafelen, daar slaagt De Moor niet in, en dat lijkt ook niet haar bedoeling. Een stoet personages maakt het verhaal soms wat té bedacht. In het laatste deel komt Edisons vrouw aan het woord over het drama dat haar mans levensstijl voor haar ongewone gezin betekent. Via deze zijfiguur lijkt De Moor weer terug bij Le Prince te komen, maar het verhaal verzandt.
Van haar woeste en beeldende stijl intussen valt volop te genieten. Als Roussin, een Franse variant van de fotograaf Muybridge, midden in de nacht terug zijn bed in stommelt, 'de geur in van een slapende jonge vrouw', schrijft De Moor: 'Door haar slagader sjokte het bloed als een paard voor de wagen.' Ze is ook geestig: 'het enige wat naar boven kwam was de zure nasmaak van het hoofdgerecht van gisteren. Poularde à la Quo Vadis, ergo, die kip had nog niet besloten waar hij heen ging, naar beneden of terug omhoog.'
Buizenpost
Op subtiele wijze trekt De Moor de lijn van de uitvinders met hun patenten door naar de tijd van nu, met zijn nieuwsverslaving, haast, drukte, mobiele telefoons en sociale media. Wat nu e-mail is, was toen buizenpost, en de 'hemel die we vlak boven de aarde hangen, met sterren erin die we gebruiken om met elkaar te praten (.) een heelal waarmee we elkaar kunnen zien en horen, tijd en ruimte overstijgend' is een vroege echo van internet.
Uiteindelijk duikt Valéry Barre toch weer op, in een Frans gekkenhuis waar al eerder een van de patiënten een machine heeft bedacht om mechanisch de borden af te wassen. 'Alsof iemand daar behoefte aan heeft!'
De Moor wil metRoundhay, tuinscène niet alleen een historische wereld oproepen, maar koestert ook de ambitie om de wereld van nu te spiegelen. Want wat toen belachelijk was, is nu vanzelfsprekend en dagelijkse kost: Barre werkte in het gekkenhuis aan een 'breinverbreder', een wijds visioen van de computer en internet. Knettergek, dus.
MARENTE DE MOOR
Roundhay, tuinscène.
Querido, 336 blz., 19,95 ? (e-boek 7,99 ?).
De auteur: dochter van Margriet de Moor, won metDe Nederlandse maagd in 2011 de AKO Literatuurprijs.
Het boek: een ambitieuze roman over uitvinders, film, verdwijningen en de patentenoorlog rond 1900.
ONS OORDEEL: smakelijke kost over een fascinerende tijd.
¨¨¨¨è
Maria Vlaar ■
Verberg tekst