In begrijpelijke taal en met beeldend woordgebruik wordt verteld wat er in de brandweerkazerne gebeurt als er brand uitbreekt in het huisje van de familie Lutteput. De vijf brandweermannetjes worden niet bij de naam maar 'eerste', 'het derde' enzovoort genoemd. Ieder heeft z'n eigen taak bij het bestrijden van de brand die al gauw is geblust. Het verhaal wordt besloten met een gedicht. In plaats van een olifant met een hele lange snuit, komt er een héééle lange waterspuit die het verhaaltje uitspuit. Grappige doch enigszins gedateerde tekeningen in kleur die goed bij de tekst passen. Bij voorkeur voorlezen en naspelen, dan komt de prachtig bewerkte tekst het best tot uitdrukking. Deze heeft de, juist door peuters en kleuters zo gewaardeerde, kracht van de herhaling. Stevige kaft.